hulp ging in de vorm van 'bons' die konden worden ingewisseld tegen voedsel, kleding en brandstof of geld. Echter nooit meer dan 12,50 ineens en vervolgens 2,50 per week. Onvoldoende dus om met een gezin van te leven, omdat een arbeiders weekloon in die tijd ongeveer j 6,- bedroeg. Bij gebrek aan wettelijk geregelde sociale voorzieningen voorzag de vereniging ruim honderd jaar geleden desondanks zeker in een behoefte. De leden van 'Weldadigheid naar Vermogen' bevestigden bij hun voor deur een geëmailleerd schildje ten teken van hun lidmaatschap en ter voorkoming van bedelarij aan de deur. Maar op den duur schoten de -162- schildjes hun doel voorbij. Het was wat makkelijk voor dienstbodes om op het bordje te wijzen en zo af te komen van de vele crepeergevallen die met een handeltje of het aanbieden van diensten tijdens de crisis om streeks 1930 langs de huizen gingen om enig inkomen te vergaren. Geleidelijk aan verdwenen deze bordjes na de Tweede Wereldoorlog. De nazaten van de oprichters wilden er niet meer van weten. Als je aan lief dadigheid deed hoefde je dat niet aan de deur te afficheren.18' Bovendien werden allengs sociale voorzieningen door de overheid geregeld. Grote indruk maakte in 1903 de algemene spoorwegstaking, door de stakers verloren. Door de 'wurgwetten' van Kuyper was het voor lange tijd onmogelijk hun onvrede in daden om te zetten. Bovendien werden zij die gestaakt hadden, niet opnieuw in dienst genomen. Ze waren wer keloos en brodeloos. In Haarlem werd een inzamelingsactie georgani seerd voor de miliciens, die de staking hadden moeten breken, maar in die periode hun loon hadden moeten derven. Voor deze groep werd grif gegeven. Ook voor de nu werkeloze spoorwegarbeiders werd gecollec teerd, maar voor hen gingen de buidels maar nauwelijks open. Het merendeel van de gegoeden vond dat de arbeiders de armoede aan zich zelf te wijten hadden, zo ook Henriëtte's echtgenoot Willem. In huize De Clercq leidde dit tot heftige discussies, het was twee tegen één: Henriëtte door haar werk voor 'Weldadigheid' bekend met armoede en dochter Go door haar sociale instelling waren begaan met het lot van de ontslagen arbeiders. De meerderheid besliste en er werd aan de acties voor mili ciens én arbeiders bijgedragen.1^ Voor godsdienstige zaken had Henriëtte van jongs af aan veel - kriti sche - belangstelling. Allengs voelde ze zich niet meer thuis in de Nederlands Hervormde Kerk. Daarom nam zij het initiatief om samen met Willem in 1896 over te gaan naar de Remonstrantse Broederschap, die in deze jaren onderdak ging geven aan vrijzinnig hervormden. Met ds. B. Tideman en sinds 1901 met zijn opvolger ds. Haentjens had zij inten sief contact. Allengs begon de verzuiling zich te manifesteren; daarom moest er een eigen instelling komen om de noden van de vrijzinnige Haerlem Jaarboek 2000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 164