Crommelin (1856-1936), verre nicht en leeftijdgenote, eigenares van de voormalige blekerij. De ongetrouwde Keetje Crommelin was enig erfge naam van haar ouders. Bovendien kreeg ze het vermogen van een kin derloze tante C.A. Willink-van Wickevoort Crommelin. Ze bezat zeer veel onroerend goed in Haarlem, Bloemendaal, Aerdenhout en Santpoort (en in de nieuwe polders!). Maar 'Kee was er in dat jaar niet makker op geworden, ze deed het liever niet' Henriëtte's broer Piet en mevrouw Wüste van Spaarnberg werden ingeschakeld om Kee op andere gedach ten te brengen. En het lukte! Weliswaar verkocht ze de grond niet, maar -172- ze gaf wel bijna één hectare met 'stal, bosch en tuin' voor 75 jaar aan Willem in erfpacht. 'Ze kopen zich arm' voor de inboedel en betrok ken in november het nieuwe huis. Wie het bouwde, wat het kostte, is ner gens te vinden maar ze 'wonen er heerlijk'. Henriëtte was druk bezig met het 'dresseren van de twee hitten'. Toen Springer eind 1900 kwam met tuinadviezen 'waren ze klaar'. Zwakke gezondheid Willem Willem was steeds voor honderd procent bij zijn werk betrokken. Maar zijn leven was vol zorgen door de grillen van het weer en de wisselvallig heid van de prijzen. Dit harde werken, waarbij hij vaak blootgesteld was aan weer en wind ging hem niet in de koude kleren zitten. Van jaar tot jaar kreeg hij meer klachten, die in januari 1907 leidden tot een aanval van 'duizeling', juist toen hij op bezoek was bij zijn zoon en schoon dochter op de Olmenhorst. Twee weken moest hij er in de huiskamer, 'het zitje' te bed liggen, terwijl Henriëtte 's nachts bij hem waakte, sla pend op een veldbed. De artsen, die geraadpleegd werden, constateerden nierstenen. Eind februari werden deze operatief verwijderd in de Ziekenverpleging aan de Prinsengracht in Amsterdam. Een operatie was destijds nog een hoogst riskante onderneming, die een lang verblijf in een ziekenhuis vereiste. De zorg om het al of niet welslagen en de vreugde om Willems behouden thuiskomst eind maart worden op aandoenlijke wijze beschreven. 'In het rijtuig was voor ieder van ons een bouquetje viooltjes. Tehuis overal bloemen'. Alle leed leek geleden. Maar helaas bleef Willem sindsdien voortdu rend sukkelen: de stofwisseling bleef slecht, hij werd geplaagd door sla peloosheid. Overwerktheid lag steeds op de loer. Het moeilijkst van al voor Henriëtte was, dat hij zich 'altijd ziek voelde als er een feestje was'; dat de artsen hem 'neurasthenicus' noemden. Alle toen moderne midde len werden geprobeerd: 'physische therapie', 'electrische stroom', massa ge en vegetarische diëten, niets hielp echt. Ook de zonnebaden op het Haerlem Jaarboek 2000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 174