Henriëtte de Clercq-
Teding van Berkhout,
ca 1895. (coll. De
Clercq)
f v* ffl
"ITS"
De voltrekking van het huwelijk tussen Go en Kees had ondanks alles
op 15 augustus 1910 plaatsgevonden. Dr. C.B. Hylkema was doopsgezind
predikant in Haarlem, waar het paar zich vestigde. Kort na elkaar wer
den ook hier kindertjes geboren: Govert (na de dood van zijn grootvader
Willem genoemd), Bonne, Jetske, opnieuw een Govert en tenslotte een
niet levensvatbare drieling. Henriëtte's schoonzoon was een ongemakke
lijk man in de omgang.^6» Zowel zijn collega-theologen als zijn schoon
mama, zwager en schoonzuster streek hij regelmatig tegen de haren.
Vaak was er ook wrijving op financieel gebied. Zijn proefschrift uit 1900
en latere boeken kregen veel kritiek, wat niet verhinderde dat Henriëtte
met positieve belangstelling zijn geschriften bestudeerde. Maar het huwe
lijk tussen hem en Goverta schijnt gelukkig geweest te zijn. Het hield
stand, ook toen na de Tweede Wereldoorlog beiden vanwege hun actie
ve rol in de nsb gedetineerd waren. Kees' brochure het Nederlandsche
fascisme heeft Henriëtte aan het eind van haar leven nog met (sceptische)
aandacht gelezen om zich een objectief beeld te kunnen vormen.
Waardering had ze voor zijn stijl, maar met zijn ideeën ging ze niet mee.
Het leven krijgt weer zin
Heel langzaam aan keerde de levenslust bij Henriëtte weer. Wandelen
was goed voor de benen en de geest. Ze deed het met groot plezier, regel
matig naar het graf van Willem op Westerveld, op Nieuwjaarsdag 1913
met haar zwager Daan naar Bloemendaal, naar de ruïne van Brederode,
"m
JET VAN VOORST VADER-DUYCKINCK SANDER