studie. Daar kreeg hij een jaar les van Vincent d'Indy en leerde van hem veel over de muzikale ethiek. Na Parijs keerde hij weer terug naar zijn ouderlijk huis, waar hij zich als toonkunstenaar liet inschrijven. Marius werd hoofdleraar aan het Rotterdamse conservatorium en het muzieklyceum te Amsterdam. Hij schreef veel over muziek en was criticus bij De Maasbode. Volgens de huidige eigenaar van de feestwinkel, Jan Groskamp, heeft hij verscheide ne composities gecomponeerd en kreeg hij vooral in Den Haag en omge ving bekendheid. Over die bekendheid stond in De Tijd van i februari 1961 te lezen: 'Van Marius Monnikendam en Henk Badings werden in de Amerikaanse stad Detroit werken voor orgel en andere instrumenten uit gevoerd. Van Marius een concert voor orgel en strijkers'. Verder schreef de krant toen dat er veel lof was voor diens composities en dat ze een belangrijke plaats innamen in het repertoire van serieuze muziek. Over Marius Monnikendam schreef Herman Hofhuizen in De Tijd van 31 au gustus 1957 dat hij een duidelijke aanleg had voor het schrijven van 'eigentijdse' stukken die in brede kring werden aanvaard. Henk Badings gaf in De Hedendaagse Muziek hoog op van de door Marius in 1934 gecomponeerde 'Missa Nova' en Willem Pijper deed dat in De Groene Amsterdammer over 'De Boetepsalmen'. Een van de mooiste loftuitingen kwam wel van Leo Hanekroot in 1966 in De Tijd toen hij schreef dat de werken van Marius als extatisch, byzantijns bewogen musicus tot de hoogtepunten van het nationale muziekleven behoorden. Wel en geen moeilijke tijd Tijdens de crisisperiode van de jaren dertig en in de oorlogsjaren heeft het bedrijf het niet slecht gehad. Hoe slecht de omstandigheden ook waren, naar feestpartijen bleef vraag en deze werden dan ook regelmatig geor ganiseerd. Menigmaal werd Juda en later ook zijn zoon Jan Monniken dam uitgenodigd op een 'dik feest' bij de boeren in Schalkwijk of in de Haarlemmermeerpolder. Dan kwamen ze met kostuums en allerlei feest artikelen om bijvoorbeeld de overal bekend geworden Oranjefeesten op te luisteren. Op 29 december 1938 overleed Juda op 71-jarige leeftijd in het Haar lemse ziekenhuis Sint Johannes de Deo. Al snel bleek dat door het inkoopbeleid van Juda de voorraden zich hadden opgestapeld. Zoveel zelfs dat het bedrijf het zo'n zeven a acht jaar met de bestaande voorraad kon doen. Omdat zoon Jan de band bleef leiden, zette weduwe Catharina Cornelia Monnikendam-Bierboom onder de handelsnaam van haar over leden man de zaak voort. Kort daarna brak de Tweede Wereldoorlog uit. Haerlem Jaarboek 2000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 204