hij zich grote zorgen om zijn moeder en spoorde Jopie - zijn latere echt
genote Johanna Clasina Hogervorst - aan 'haar best in de zaak te doen'.
Verder vroeg hij om voetbalkousen, een schoon overhemd met vaste
boord, broek en borstrok en om 'cigaretten door Jopi gemaakt minstens
80 per week, doosjes is ook goed. Shag en vloetjes ook goed'. Uit een
andere brief bleek dat hij zich op afstand met de gang van zaken in de
winkel bleef bemoeien. Verder vroeg hij steeds weer om allerlei mensen
te mobiliseren om zich met de zaak te bemoeien. Zijn grote passie voor
het drummen bleek eens te meer toen hij in een brief van 13 april 1943 aan
-204- zijn moeder schreef: "Ik mag van de commandant mijn instrumenten
laten komen, zoodoende deze extra brief. Zend U mijn groote en kleine
trom en mijn koffer dadelijk op en laat De Boer even mijn troms nazien
of ze goed zijn, vooral mijn kleine trom". De brieven waren behalve wan
neer het ging om het sturen van etenswaren en andere spullen vrij cryp
tisch maar waarschijnlijk wel begrijpelijk voor ingewijden.
Na zijn thuiskomst drongen de gevolgen van de Duitse maatregelen
met betrekking tot de joodse medeburgers pas goed tot het gezin door. De
meeste broers en zusters van zijn vader en verder ook neven en nichten
waren via Westerbork op transport naar Duitsland en Polen gezet. Pas na
de oorlog zou blijken hoe rampzalig dat was geweest. Meer dan 110.000
Nederlandse joden waren in een van de vele kampen bezweken of in een
gaskamer omgekomen, waaronder verschillende familieleden.
De naoorlogse periode
Na de oorlog vroeg Jan Monnikendam op 24 november 1945 aan de bur
gemeester van Haarlem om het bedrijf van zijn ouders te mogen voort
zetten. Uit het verzoek blijkt hoe veelzijdig hij was en wat hij allemaal in
zijn leven had gedaan. Vanaf zijn 22ste jaar was hij dansleider geweest en
'de eer gehad zeer deftige partijen tot volle tevredenheid te leiden'. Hij
had voor de oorlog de dansleiding verzorgd bij het 25-jarig jubileum van
de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-Holland Baron
Roëll, bij het vijfjarig bestaan van de Haarlemse Kegel Bond, bij vijftig
feesten van de Kennemer Golfclub en tijdens twee seizoenen van
Paviljoen Riche te Zandvoort. Verder verzorgde hij in 1945 ongeveer der
tig Canadese en Engelse feestavonden en eind 1945 was hij nog steeds
bezig dergelijke avonden voor de Engelse militairen in Hotel den Hout te
organiseren. In ieder geval kreeg Jan op 7 januari 1946 van burgemeester
Reinalda toestemming om in Haarlem 'tot wederopzeggens' als danslei
der op te treden.
In 1946 volgde Jan zijn moeder in de zaak op en zette de onderneming
Haerlem Jaarboek 2000