uit Van verschillende kanten hoor ik dat dat geen geziene lui zijn'.
Maar er is nog een reeds gevormde club waarin hij terecht kan en
opnieuw moet moeder zeggen of de heren er mee door kunnen: De Witt
Hamer 'wiens vader burgemeester te Goes is', Van der Plaat 'wiens vader
naar ik meen notaris bij Leeuwarden was', Rutgers van der Loeff 'wonen
de met zijn ouders op de Oude Vest', Plantenga, Schim van der Loeff
'wiens vader dominee te Gouda is' en Mulder 'wiens vader professor in
de wiskunde aan 't Athenaeum te Deventer en in 't hoofdbestuur van
Nijverheid is geweest en in die kwaliteit wel met papa in aanraking zou
-18— zijn geweest'. Dan nog een bericht uit november: 'Gisterenavond kroeg
jool geweest. Ben natuurlijk gaan kijken, maar hoop dat het de laatste
keer is dat ze me daar zien', en uit december 1885: 'Hier gaat alles het
oude, ellendige, vervelende, gangetje'"6» Uit mei 1886 dateren enkele brief
kaarten aan moeder vanuit Parijs, maar er blijkt niet uit hoe lang hij daar
was.
Werkzaam onder C.J. Gonnet bij bibliotheek en archief, 1887-1896
De meeste necrologieën vermelden dat Jan Willem van 1885 tot 1896
onder C.J. Gonnet werkzaam was als volontair op het Rijksarchief
Noord-Holland. Het Nederlandsch Archievenblad vermeldt echter dat hij
van 1892-1896 adjunct-archivaris bij het gemeentearchief was. Ook wordt
hij 'amanuensis' bij de stadsbibliotheek genoemd. Was hij nu op het
Rijksarchief, gemeentearchief of bij de bibliotheek werkzaam? En was
dat vanaf 1885 of vanaf 1887? Eerst iets over het laatste: Wij zagen hier
boven dat hij rond de jaarwisseling 1886/87 vanuit Leiden weer in
Haarlem werd ingeschreven bij de Burgerlijke Stand, zodat het aan
vangsjaar 1887 zal moeten luiden. Gonnet was sedert 1870 adjunct
gemeentearchivaris en sedert 1874 adjunct-bibliothecaris. ïn beide func
ties werkte hij onder mr. A.J. Enschedé (1829-1896), neef van de vader
van Jan Willem Enschedé en behalve firmant van Joh. Enschedé
Zonen ook bibliothecaris, archivaris, advocaat en plaatsvervangend kan
tonrechter. Gonnet was vanaf 26 februari 1886 ook Rijksarchivaris in
Noord-Holland en vanaf 1 oktober 1886 provinciaal archivaris. Toen Jan
Willem in 1887 in Haarlem bij Gonnet volontair werd beheerde Gonnet
dus in feite Gemeentearchief, Rijksarchief, Provinciaal archief en
Stadsbibliotheek en het ligt voor de hand dat de volontair werd ingezet
op die plaatsen waar de meeste behoefte aan hem was.
Bij de bibliotheek lag dus de opperste leiding bij mr. A.J. Enschedé, en
de uitvoering bij Gonnet. Deze op zijn beurt liet de dagelijkse beslom
meringen over aan een 'amanuensis'. Dit was in 1887 J.H. Schot die in het
Haerlem Jaarboek 2000