Vijfentwintig jaar Vereniging
Haerlem 1976—2001
Vervolg op de artikelen 'Vijfenzeventig jaar Vereniging Haerlem',
verschenen in de jaarboeken Haerlem 1976 en 1977
-216- ï- Inleiding
Een jubileum, zeker een eeuwfeest, noodt tot een terugblik. Daar ik bij
het 75-jarig bestaan van de vereniging reeds uitvoerig bij die 75 jaar stil
stond, is nu gekozen voor een vervolg daarop.
De Vereniging Haerlem heeft een groot bestuur, waarin meestal verte
genwoordigers van vrijwel alle instanties, die op enigerlei wijze iets te
maken hebben met de geschiedenis van de stad zitting hebben: archief,
de musea, monumentenzorg, gemeente, zusterorganisaties en dergelijke.
Sommige van die zusterorganisaties zijn opgericht door Haerlem en/of
hebben op hun beurt een bestuurslid namens de Vereniging Haerlem. Bij
andere organisaties zitten mensen in het bestuur die met een andere pet
op ook in het bestuur van Haerlem zitten. De bestuursleden van Haerlem
kunnen worden vergeleken met een vijftiental spinnen in het historische
web van Haarlem en omstreken die vrijwel bij alles betrokken zijn. Dat
heeft veel voordelen, maar ook enkele nadelen.
Eén van die nadelen komt bijvoorbeeld tevoorschijn bij het doorlezen
van de jaarverslagen. De secretaris blijkt bij de verslaglegging van tijd tot
tijd problemen te hebben gehad met het scheiden van wat door de ver
eniging en wat door individuele leden buiten Haerlem-verband werd
gedaan. In dit overzicht van 25 jaar is getracht de zaken wèl te scheiden,
waardoor een aantal gebeurtenissen dat wel in de verenigingsstukken
wordt genoemd, niet in dit samenvattende verslag is terechtgekomen.
Uit het hierna volgende overzicht blijkt dat er nogal wat door de ver
eniging tot stand is gebracht. De Vereniging Haerlem behoort mijns
inziens tot de meest actieve historische verenigingen in ons land met jaar
lijks een 15 a 20 vergaderingen van Bestuur en Dagelijks Bestuur met
regelmatig meer dan 20 agendapunten. De groeiende bekendheid van de
vereniging en het toenemend ledental bewijzen dat deze inspanningen
gewaardeerd worden.
A.G. VAN DER STEUR