najaar van 1888 overleed. De gemeenteraad benoemde in 1889 de 24-jari- ge Jan Willem Enschedé als nieuwe amanuensis, op een jaarwedde van 100,-. Zijn instructie luidde dat hij tijdens de openingsuren in de biblio theek aanwezig moest zijn, aan bezoekers boeken moest aanreiken en weer terugplaatsen, zorgen dat de ruimte was opgeruimd, helpen met het bijhouden van de catalogus en administratie en toezicht houden op de jaarlijkse schoonmaak.17) Veelomvattend was zijn taak dus niet, vooral als we bijvoorbeeld in het jaarverslag van de bibliotheek over 1889 lezen dat er in dat jaar 376 bezoekers waren geweest, waarvan er 66 één of meer boeken hadden geleend. —19— In het adresboek van 1891 staat Enschedé vermeld met de beroepsaan duiding 'amanuensis stadsbibliotheek'. In hetzelfde jaar 1891 wordt hij echter in een lijst van gemeenteambtenaren 'tweede adjunct-archivaris bij het gemeente-archief zonder wedde', genoemd. Dezelfde beroepsom schrijving lezen wij in het adresboek van 1895 en 1896 en bij zijn benoe ming tot bibliothecaris - zie hierna - krijgt hij gelijktijdig eervol ontslag als tweede adjunct-archivaris.18' Het is dus wel zeker dat hij in de jaren 1887-1896 zowel bij de bibliotheek als bij het gemeentearchief werkzaam was onder Gonnet. In de jaarverslagen van de bibliotheek van 1889 tot 1895 wordt steeds vermeld dat J.W. Enschedé enkele boeken schonk. Daarmee zette hij de traditie voort van mr. A.J. Enschedé die dit ook jaarlijks deed. Uit de titels van de door Jan Willem geschonken boeken blijkt zijn bibliofiele interes se, want het zijn voornamelijk oudere werken.19' Muziek In zijn necrologie van de in 1908 te Haarlem overleden violist Wilhelm H.C. Schmölling schrijft Enschedé iets over zijn eerste muzikale ervarin gen.20' Schmölling was leraar viool en orgel aan de Rijkskweekschool, organist van de Bakenesserkerk, directeur van Zang en Vriendschap en commissaris van de Haarlemse Bachvereeniging. Enschedé noemt hem 'mijn leermeester in de muziek, die bij mij de grondslagen gelegd heeft waar op ik sedert heb voortgebouwd en nog voortbouw' en zegt o.a.: 'als kind van 10,12 jaar zette hij mij reeds op de orgelbank en liet mij - het zal wel broddelwerk geweest zijn - uit de koraalboeken van Worp het nederduitsch hervormd kerkgezang begeleiden; vroegtijdig reeds verschafte hij mij toegang tot het inwendige van die orgels te Haarlem (Bakenesser-, Luthersche- en Groote Kerk, Rijkskweek school). Door dat orgelspel en orgelzien heeft hij de richting van A.G. VAN DER STEUR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 21