deur stond. De plannen om ter plekke een grafisch en fotografisch mu
seum te stichten waarin het Museum Enschedé zou kunnen participe
ren en waarbij een deel van de oude bebouwing een rol zou kunnen spe
len - waren niet haalbaar gebleken. Haerlem heeft nog serieus overwo
gen om zich tegen de sloop van een aantal panden te verzetten, vooral
omdat de nieuwe bestemming van het terrein nog niet vaststond, maar
gezien het grote economische belang werd daarvan afgezien. Wel richtte
Haerlem zich in 1993 tot het gemeentebestuur met een aantal wensen: In
de eerste plaats de wens om de sloop van de igde-eeuwse gietijzeren zgn.
drukkershal nog één maal te bezien en indien sloop toch onontkoombaar -293-
zou blijken, in ieder geval een (foto)documentatie met opmetingsteke-
ningen van de hal te maken vóór de sloop, of verplaatsing van de hal naar
elders te bezien. Voorts om de Nauwe Appelaarsteeg na sloping van de
aangrenzende bebouwing als steeg te handhaven omdat deze nog behoort
tot het middeleeuwse stratenplan van Haarlem. In september 1993 licht
te Haerlem haar bezwaren tegen de inmiddels bekend geworden plannen
voor nieuwbouw nader toe in een speciale Nieuwsbrief voor de leden, die
ook aan alle raadsleden werd gezonden. Noch van b en w, noch van de
gemeenteraad volgde enige reactie, er werden geen opmetingen verricht,
De gietijzeren drukkershal van de firma Johan Enschedé en Zonen, ca. 1993.
(foto Jos Fielmich, coll. Monumentenzorg)
A.G. VAN DER STEUR