en ook anderszins was betrokken. De bestuursleden Phaff, Biesboer en
Jongens hielden in hetzelfde jaar een reeks historische 'praatjes' voor de
Haarlemse ziekenomroep Parade.
In 1985 stond Haerlem mede aan de wieg van de Werkgroep Indu
strieel Erfgoed Kennemerland (W.I.E.K.) en nam met hulp van het
Anjerfonds de aanloopkosten voor haar rekening. In 1987 zou de W.I.E.K.
onder auspiciën van de Stichting Historisch Museum Zuid-ICenne-
merland verder werken. Ook in 1985 kwamen de eerste activiteiten voor
de oprichting van een Foto- en Grafisch Centrum Nederland in de open-
-306- baarheid. Vanaf december 1983 was er aan gewerkt, o.a. door het toen
opgerichte Bibliofiel en Grafisch Genootschap 'Het Beschreven Blad'.
Doel was om in het leegkomende Enschedé-complex een landelijk insti
tuut, zo mogelijk gecombineerd met het Museum Enschedé, te vestigen
met collecties op grafisch en fotografisch gebied. Drie bestuursleden van
Haerlem behoorden tot het bestuur en adviescollege van de nieuwe stich
ting.20» Toen in 1987 de gemeente het Enschedé-complex kocht en de
Stichting Nederlands Foto Grafisch Centrum het zgn. Spaarnestad
Fotoarchief in eigen beheer kreeg, zag het er even naar uit dat dit ambi
tieuze plan een goede kans maakte. Het is anders gelopen, maar diverse
bestuursleden van Haerlem bleven aan het project verbonden. Het grafi
sche deel is niet van de grond gekomen, maar het Spaarnestad Foto
archief is thans gevestigd aan het Groot Heiligland.
De jaarlijkse Driekoningenavond in 1986 zou memorabel worden.
Onder de gasten bevonden zich o.a. drs. R.J. de Wit, Commissaris van de
Koningin, mr. M.H. Kamphuis, gemeentesecretaris van Haarlem, ir. F.D.
ten Hallers van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg en ir. W.B.J.
Polman, hoofd van het gemeentelijk bureau Monumentenzorg. Ten Hal
lers sprak over het decentralisatiebeleid van Rijksmonumentenzorg en
vroeg of de gemeente Haarlem daarvoor klaar was. Polman hield hierop
een somber betoog over een tekort aan mankracht en gebrek aan belang
stelling bij de Haarlemse gemeenschap voor haar monumenten. Dit viel
verkeerd bij De Wit, Kamphuis, Ten Hallers en een aantal bestuursleden
die dit onterechte kritiek vonden. Een en ander leidde in de loop van
1986 tot een verstoorde verhouding tussen Haerlem en Monumentenzorg
Haarlem en de weigering van Monumentenzorg om het traditionele ver
slag voor het Jaarboek te leveren. In 1987 werd de verhouding weer her
steld.
Tot 1986 werden de leden opgeroepen voor lezingen en excursies door
middel van gestencilde A^-tjes. In 1986 startte een ca. vier maal per jaar
verschijnend Mededelingenblad, in november 1992 verfraaid en tot
Nieuwsbrief omgedoopt. Voor deze Nieuwsbrief was de Haarlemse druk-
Haerlem Jaarboek 2000