'De bibliothecaris J.W. Enschedé trad op i juni af. Veel heeft hij in de zes jaren dat hij aan het hoofd stond voor de Haarlemsche Boekerij gedaan waar noodig heeft hij op nieuwe paden gewezen en hier door ook na zijn vertrek uit stad en betrekking de Bibliotheek en hare verzorgers aan zich verplicht'. Er speelde echter meer, maar daarover hierna. De biografie van A.C. Kruseman, 1898-1902 Het belangrijkste geschrift van J.W. Enschedé is ongetwijfeld zijn twee delige biografie van de Haarlemse uitgever A.C. Kruseman (1818-1894), geschreven in opdracht van de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels en uitgegeven in 1898 en 1902 als deel vin en ix in de serie Bijdragen tot de geschiedenis van den Nederlandschen Boekhandel. Zijn zoon Just schreef hierover: 'In zijn leven heeft dat werk de plaats van een dissertatie vervuld, en meer dan dat'.32) In het voorwoord dankt Enschedé Krusemans zoon, dr. J. Nieuwen- huijzen Kruseman, voor zijn hulp en memoreert 'de talrijke uren die ik sinds Februari 1895 heb doorgebracht in Kruseman's woning [bedoeld is de woning van dr. J. Nieuwenhuijzen Kruseman, Frederikspark 2], op zijn ruime studeerkamer, te midden van zijn boeken, te midden van zijn kinderen en kleinkinderen, waarlijk onvergetelijke, genotvolle uren, uren van piëteit en van wij ding, uren van verkwikkelijk genot'. Hij zegt verder in zijn voorwoord dat eerst in 1894 Martinus Nijhoff gevraagd was de biografie van Kruseman te schrijven, maar dat na Nijhoffs dood het verzoek hem in januari 1895 bereikte. Hij eindigt in 1898 zijn voorwoord van het eerste stuk van het eerste deel aldus: 'Mijn werk is een Haarlemsch boek, geschreven door een Haarlemmer, over Haarlemsche boeken door een Haarlemmer uitge geven. In Juni 1895 schreef Hasebroek mij: "Zulk een werk in Costers-stad ter eere van een Kruseman te zien uitvoeren door een Enschedé, - er ligt voor mijn gevoel iets harmonisch in: het is of de namen rijmen! Moge een deel van Kruseman's geest bij het stichten van zijn monument u worden geschonken!" Dat de verwachting van Jonathan, den vriend van Kruseman en van Enschedé, niet beschaamd moge worden door de wijze waarop ik mijn taak meen te moeten volbrengen.' Haerlem Jaarboek 2000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 30