Rike Ruiter (1991) [over Martin de Vries] 'Zij kende de man, was duidelijk ook
gecharmeerd van hem. Trouwens zij houdt m.i. van mannenvlees'.
Bert Sliggers (1990): 'Scherp van fysieke snit, bijna een asceet om te zien, en
toch genietend van al het gebodene'.
Prof.mr. J.Th. De Smidt (1989): 'een vitale, zorgvuldig formulerende man, die
de indruk maakt zo bedachtzaam mogelijk te spreken om zichzelf al luiste
rend goed te controleren, eventueel te corrigeren'.
Derk Snoep (1991): 'een slimmerd, die af en toe een ideetje laat vallen, maar
dan hard wegloopt in de hoop dat een ander het opraapt'.
Ben Speet (1986): 'met zijn tegelijk schrikachtige en onschuldige blik' en
(1987): 'eenvoudig en zwijgzaam' en (1990): 'een aardige man met iets te veel
aarzeling en dus te weinig overtuiging'.
Cees van Steijnen (1987): 'matig voorbereid was ik aan de vergadering begon
nen. Met volzinnen had/heb ik geen moeite. Af en toe te oppervlakkig en te
impulsief' en (1991): 'probleem is het uitvoeren van genomen beslissingen' en
(1991): 'een creatieve chaoot'.
Ab van der Steur (1987): 'onberekenbaar. Onverwachts ligt hij dwars met wei
nig gevoel voor loyaliteit. Buiten de vergadering om een en al sympathie, tij
dens de vergadering vaak als een horzel aanwezig'. En (1991): 'bijna onaan
tastbaar omdat hij zijn sporen heeft verdiend. Maar zou hij kritisch naar zich
zelf zijn? Hij is in zijn handelen boordevol eigen belang, hobbies en beroep
zijn nauw verweven'.
Bart Uittenhout (1991): 'drijvende kracht achter het abc, veelbelovend en star
tend. Voor de Ver. Haerlem heeft hij de laatste jaren nauwelijks iets betekend.
Waarschijnlijk geteisterd door een slechte gezondheid'.
Martin de Vries (1991)'van beroep kapper en prentenhandelaar, qua outlook
een verkleinde versie van Ron Brandsteder: groot, donker, een knap "regel
matig" gezicht. Hij is de grote animator achter het in het licht zetten van de
binnenstad'.
Hans Warnaars (1987): 'zeer kleinschalige opmerkingen die de vergadering
nodelooos verlengen, dat is zijn aandeel. Toch is en blijft hij zeer beminnelijk'.
Haerlem Jaarboek 2000