en ook de 21ste eeuw eist zijn plaats op. In die zin zou je kunnen zeggen
dat die tendens Haarlem nu juist tot Haarlem maakt, waarbij bouwsels
uit de 21ste eeuw niet kunnen ontbreken. Dit betekent dan automatisch
concessies doen en sloop van oude gebouwen, die in de ogen van velen
vaak nog waardevol zijn. In het stadsbeeld ontstaat een impressie van de
Haarlemse cultuur van eeuw tot eeuw. Juist die mengeling van tijden,
bouwstijlen en functies trekt diverse, verschillende groeperingen naar het
stadshart en houdt de stad dynamisch, gezond, bijdetijds en aantrekke
lijk.
Het is een resultaat van democratische en politieke krachten, waarbij
- van welke eeuw uit je ook redeneert - de ruimtelijke uitkomst nooit een
openluchtmuseum is geweest. Wel zullen alle partijen op zo'n manier
moeten samenwerken dat het predikaat 'Beschermd Stadsgezicht' uit
gangspunt blijft, waarbij in die sfeer gehandeld wordt!
Voordeel van deze tijd is dat de Haarlemmers meer en meer zelf
mogen meepraten, waarbij nieuwbouwplannen soms al in echte samen
werking tot stand komen. Ondanks dat doet het verdwijnen van histori
sche gebouwen veel mensen pijn. In het dilemma tussen behoud of ver
nieuwing is het weer de tijd die ons tegemoet komt! Uitgevoerde, nieuwe
plannen verworden langzaam tot een stukje Haarlem. Als ontwerp vaak
uitdagend en soms zelfs contrasterend met de directe omgeving en nu
neergezet in die specifieke Haarlemse setting, zou juist dat gebouw een
21ste eeuws monument kunnen worden. De tijd zal het leren!
Andere hedendaagse cultuuruitingen worden niet zozeer gevormd
door nieuwe gebouwen als wel door steeds meer elementen in de open
bare ruimte, zoals straatmeubilair. De collectie parkeerpaaltjes, beweg
wijzeringborden, billboards, prullenbakken e.d. is een indrukwekkend
geheel geworden. Dit geldt ook voor allerlei 'aanpassingen' aan puien en
gevels, zichtbaar vanuit de openbare ruimte. Te denken valt aan de alles
overheersende schreeuwerige reclame-uitingen en banieren. De gemeen
te Haarlem is het project 'Herstructurering Binnenstad' gestart, waarbij
wordt beoogd een beter afgestemd beheer van de openbare ruimte te
bewerkstelligen. Met andere betrokkenen bij de binnenstad, zoals onder
nemers, wijkraden en verenigingen van eigenaren wordt door de gemeen
te een convenant uitgewerkt om te komen tot een verhoging van de aan
trekkelijkheid van de fysieke omgeving en verbetering van het kernwin
kelgebied. Voor de specifieke cultuurhistorische identiteit betekent dit
dat wanneer een terughoudender beleid wordt gevolgd, waardoor een
meer geordend, rustiger straatbeeld ontstaat en reclames worden terug
gedrongen, de waardevolle gevelstructuren weer beter tot hun recht
komen. De mate waarin dit ruimtelijk kan worden doorgevoerd, zal wéér
MONUMENTENZORG