J.W. Enschedé en
A.H. Modderman, enkele
weken vóór hun huwelijk:
Steenwijk 20 april 1901.
(coll. J.W. Enschedé,
Den Haag)
De catalogus van de boekerij van het Museum voor Kunstnijverheid
bleek aanleiding tot nadere kennismaking: op 29 december 1900 schreef
Jan Willem haar dat haar wijze van bewerking zijn 'volle instemming'
had. De aanhef was nog 'Hoog Geachte Juffrouw Modderman'. Er volg
de mondeling contact over de catalogus en vijf dagen later, op 3 januari
1901, luidde de aanhef van een volgende brief al 'Lieveling'. Deze brief
eindigde met 'Dag vrouwtje lief, denk maar dat je een lekkere zoen krijgt
van je innig liefhebbende Willem'. Zoon Just Enschedé: 'Zo lijkt Pa zich
nog geen vier maanden na het heengaan van zijn moeder alweer onder
de pannen te hebben gebracht'.43» Reeds op dezelfde dag, 3 januari 1901,
schreef hij aan zijn aanstaande schoonmoeder Modderman over zijn aan
zoek en de noodzaak eikaars eigenaardigheden te verdragen.44»
Op 30 mei 1901 werd te Heemstede het huwelijk tussen de 36-jarige Jan
Willem Enschedé en de 32-jarige Anna H. Modderman voltrokken. Men
trouwde buiten gemeenschap van goederen: 'Pa was rijk (hij bezat ca.
ƒ300.000,-), mama geheel onbemiddeld. Later bleek mama veel schulden
te hebben, maar dat heeft ze voor haar aanstaande man verzwegen'.43» De
huwelijksreis ging naar Zwitserland en in Luzern werden zoals gezegd
met een andere Haarlemmer, A.H. Broos, plannen gesmeed tot oprich
ting van een historische vereniging in Haarlem. In de brieven die de bruid
tijdens de huwelijksreis aan haar moeder schreef vinden we al voorboden
-33"
A.G. VAN DER STEUR