hen', 'Kom Jan', en 'Kruikentango'. Laatstgenoemd lied is gewijd aan de zogenoemde 'Kruikenzeikers', arbeiders in de vroegere textielfabrieken, die hun plas deden in een kruik om de inhoud vervolgens bij de textiel fabricage aan te wenden. 'Het was dan vaak een hele toer om niet te mor sen op de vloer.' Vriendschap was voor De Beer in zijn contacten met musici, amateurs of beroeps, een belangrijke factor. 'Hij hield van gezelligheid. Een repeti tie met hem was altijd een gezellige uitgaansavond van zangvrienden onder elkaar. Na afloop namen we dan een slok en daar was hij niet vies -358- van.' Aldus een zanger die jarenlang onder De Beer heeft gezongen. Meer dan twintig jaar was De Beer Chef Algemene Zaken bij de Nederlandse Radio Unie, later de nos. Hij onderhield betrekkingen met publieke omroepen in het buitenland en werd leider van de jaarlijkse Internationale Dirigentencursus. Na zijn vertrek bij de nos bleef hij actief als manager van internationale muziekconcoursen in Utrecht en Scheveningen. 'Ze staan hier trillend van de zenuwen op hun beurt te wachten. Sommigen durven nauwelijks het podium op. Ik ben hier echt een vadertje.' Aldus schetste De Beer eens een onderdeel van zijn managersfunctie. Hij stond op amicale voet met de mededingers, van wie velen hem lang na zo'n concours nog brieven schreven en cd's toestuur den. Een bijzonder aspect van deze veelzijdige man was zijn vurige propa ganda voor de 31-toons muziek waarin de natuurlijke zuiverheid wordt beoogd. Hij was in contact gekomen met de Nederlandse mathematicus prof. dr. Adriaan Fokker, die een theorie had ontwikkeld over zuivere muzikale intervallen op basis van stemming met 31 tonen in het octaaf in plaats van de gebruikelijke twaalf. Naar eigen ontwerp liet Fokker een 31- toonsorgel bouwen, dat een plaats kreeg in Teylers Museum. De Beer ontwikkelde een speeltechniek voor de ingewikkelde klaviatuur met witte, zwarte en blauwe toetsen en werd de vaste bespeler van dit uit zonderlijke instrument. In de loop der jaren speelde hij werken die voor dit systeem geschikt waren of er speciaal voor werden geschreven. Door hemzelf of door componisten als Henk Badings en Hans Kox. Anton de Beer was ridder in de orde van Oranje Nassau. Hem was ook de Jos de Klerkpenning uitgereikt 'wegens het toevoegen van een exclu sieve kleur aan het Haarlemse muziekleven'. ALBERT BRÜGGEN Haerlem Jaarboek 2000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 360