gesteund door een zich steeds verder uitbreidend netwerk van tal van particulieren, instellingen en gemeentediensten. Wij, als museummede werkers trokken letterlijk naar buiten, de stad in, de wijken in en maak ten op onverwachte locaties tentoonstellingen. Met dit vernieuwende sociaal-culturele programma trad het museum naar buiten en wist zich zo een vaste en duidelijke plaats in de Haarlemse gemeenschap te verove ren. Onder de inspirerende leiding van Couvée ontwikkelde het museum een volstrekt eigen aanpak, een methodiek om meer en nieuwe bezoekers naar het museum te trekken. Die aanpak bestond uit een aantal kenmer- 3^5 kende elementen. In de eerste plaats waren de onderwerpen sterk op stad of streek gericht, hetgeen nauw aansloot bij het gemeentelijk beleid dat het Frans Halsmuseum betekenis moest krijgen voor de Haarlemmers zelf. Daarnaast was het actualiseren van de gekozen onderwerpen een vast punt. In iedere tentoonstelling werd het historisch onderzoek ge toetst op zijn betekenis voor de toen levende Haarlemmers, zodat een tentoonstelling niet abstract en op een afstand bleef, maar juist aankno pingspunten bood voor herkenning. Die herkenbaarheid werd nog ver groot door biografisch materiaal in de tentoonstelling te verwerken, waardoor een ontwikkeling teruggebracht werd tot de dragers ervan: de mensen zelf. Tot slot kreeg de expositie zoveel mogelijk de vorm van een beeldverhaal, waarbij tekst en beeldend materiaal nauw op elkaar aan sloten. Terugkijkend lijkt het allemaal ver weg en ook wel een beetje exotisch. Maar het zijn wel deze ontwikkelingen geweest die de basis hebben gelegd voor spectaculaire veranderingen in de museumwereld. De nadruk die toen op promotie, publieksbenadering en lokale geschiedenis werd gelegd, heeft het museale bedrijf definitief veranderd. Toen was het nieuw en voor velen zelfs bedreigend en nu een kwart eeuw later heeft pu- blieksoverdracht een vaste en vanzelfsprekende plaats in de musea gekre gen. En dat is ontegenzeggelijk mede te danken aan de onverdroten in spanningen van Dick Couvée. Wij hebben wat langer stilgestaan bij de publieksgerichte kant van Couvées beleid, omdat wij vinden dat daar zijn grootste kracht en bete kenis lag. Hij pionierde, zocht en vond wegen die anderen in de muse umwereld gelukkig verder zijn gaan bewandelen. Maar onder zijn directoraat zijn er ook andere zaken totstandge- bracht, zoals de uitbreiding van het hoofdgebouw aan het Groot Heilig land met de naast het museum gelegen panden. Stadsarchitect Wiek Röling verbouwde de ruimtes op sobere wijze. Er kwamen toen eindelijk behoorlijke kantoorruimten voor het personeel en de collectie moderne kunst kreeg op de begane grond een permanente plaats. NECROLOGIEËN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 367