Voor de liefhebber en kenner van de geschiedenis, die De Gou was,
moet zijn benoeming in 1969 tot burgemeester van Haarlem veel voldoe
ning hebben gegeven. In die periode was het niet gebruikelijk dat de ge
meenteraad een rol had in de benoemingsprocedure. Toch had de Com
missaris van de Koningin een delegatie van de raad ontvangen. De Jonge
Socialisten hadden een enquête gehouden over de invulling van de bur
gemeestersvacature en Godfried Bomans had één stem gekregen.
De Gou trad aan in Haarlem in een periode waarin het lokale bestuur
nogal in beweging was. Er vond een polarisatie van de politiek plaats die
-368- ook in Haarlem leidde tot vorming van colleges op basis van een pro
grammatische meerderheid. De verhoudingen in de plaatselijk politiek
kwamen daardoor onder een zekere druk te staan. Anders dan in andere
steden werd het ontwerpcollegeprogramma in Haarlem wel tevoren met
de burgemeester besproken, zodat hij de mogelijkheid had daaraan een
bijdrage te leveren.
Tijdens zijn burgemeestersjaren heeft De Gou meegewerkt aan de in
voering van een aantal vernieuwingen in het bestuur. Zo werd in 1974 de
openbaarheid van commissievergaderingen als vaste regel ingevoerd. Een
jaar eerder werd de positie van de opgekomen wijkraden in een verorde
ning vastgelegd. Ook de werkwijze van de gemeente veranderde in die
periode. Integrale beleidsplanning werd ingevoerd en bij de stadsver
nieuwing kwam de projectorganisatie tot stand.
De handhaving van de openbare orde, een wettelijke taak van de bur
gemeester, was in de zeventiger jaren geen routinezaak. Er werden vele
demonstraties in de stad gehouden van protesterende actiegroepen als
Dolle Mina's, kunstenaars en Kabouters. In het algemeen hadden derge
lijke manifestaties een ordentelijk verloop.
De Gou heeft steeds volledig verantwoording afgelegd van zijn beleid.
Als één van de eerste gemeenten in Nederland had Haarlem hiervoor een
raadscommissie openbare orde en veiligheid.
Evenals in Venlo was De Gou in Haarlem zeer actief op het gebied van
de intergemeentelijke samenwerking. Onder zijn leiding werd het Gewest
Zuid-Kennemerland opgebouwd. Hij was de eerste voorzitter van de
Kennemerraad. Ook de intergemeentelijke samenwerking op het gebied
van politie en brandweer heeft hij bevorderd.
Grote belangstelling had hij voor de cultuur-historische waarde van de
stad. Hij zette zich in voor behoud en restauratie in de binnenstad. Als
geen ander kende hij de geschiedenis van Haarlem en hij wist deze ook
boeiend en levendig in voordrachten en toespraken naar voren te bren
gen. Het stadsarchief en het Oudheidkundig Bodemonderzoek had even
eens zijn warme belangstelling. Hij bracht de verbouwing van de
Haerlem Jaarboek 2000