voor Haarlemse kunstenaars in
meerdere publicaties. Zo schreef hij
in 1990 een monografie over de
Haarlemse kunsthandelaar F.H.
Smit (1892-1937) waarin hij blijk
geeft uitstekend op de hoogte te zijn
van de vele kunstenaars die elkaar
troffen in de sociëteit Kunst Zij Ons
Doel in de Waag aan het Spaarne,
zoals Adriaan Miolée en Henri Boot.
Over Simon de Heer, Nico Schrier
en anderen zou hij afzonderlijk
schrijven. Met Ton Voorzanger had hij een zeer persoonlijke band, maar
ook anderen heeft hij persoonlijk gekend en als dat niet meer mogelijk
was, zocht of kreeg hij contact met nabestaanden.
Ook op andere gebieden was hij actief. Tot zijn dood was Vogelesang
regent van het Zuiderhofje. De geschiedenis van dat hofje, die teruggaat
tot 1642, beschreef hij in een lezenswaardig boekje, dat in 1992 als jubi
leumuitgave verscheen. Hij was voorts de chroniqueur van de geschiede
nis van het doopsgezinde bejaardenhuis 'De Olijftak' in Heemstede.
Overigens, alles wat Hans Vogelesang schreef, was goed leesbaar, omdat
daarin altijd de speelse humor en lichtvoetige ironie terug te vinden is, die
tot zijn attitude behoorden. Ernstig was hij, als hij af en toe voorging in
kerkdiensten in de doopsgezinde 'vermaning' aan de Frankestraat, of als
hij voor de maandelijkse Mededelingen van dat kerkgenootschap een
meditatie schreef. Op die momenten komt hij naar voren als een ruim
denkend gelovige, zich bewust van eigen kwetsbaarheid en juist daardoor
zijn hoorders en lezers tot nadenken stemmend.
Zijn plotselinge heengaan, terwijl zijn vrouw en hij op het punt ston
den te verhuizen, is natuurlijk allereerst voor zijn familie diep verdrietig.
Niets wees er op, dat zijn hart het zou kunnen begeven. Integendeel,
Hans was nog even vitaal als altijd en hij kon met geestdrift vertellen over
meerdere projecten die hij nog onderhanden had. Een van die projecten
was een biografie van de Haarlemse glazeniers Huib de Ru en Nico
Schrier. Het typoscript mét illustraties ligt klaar - op CD-rom, want Hans
Vogelesang ging met zijn tijd mee. Maar niet alleen voor zijn familie, ook
voor vele kunstminnaars en anderen hier ter stede is zijn overlijden een
slag vanwege zijn fenomenale (en gelukkig goed gearchiveerde) kennis
van de twintigste-eeuwse Haarlemse cultuur en zijn grote gave om daar
over met mensen van velerlei achtergrond te communiceren.
NECROLOGIEËN