tachtig was het gebouw zowel van buiten als van
binnen aan een grondige restauratie toe. De eerste
verdieping was vrijwel onbruikbaar door de
ongelukkige en onveilige trap. Ook moesten de
muren en het plafond gestut worden. De zolder was
al decennia niet meer in gebruik door lekkages en
gebrek aan isolatie. In 1993 besloot de gemeente tot
een algehele restauratie die 1,2 miljoen gulden zou
kosten. Haerlem droeg 131.000,- bij. In september
1995 werd de Hoofdwacht weer geopend.
Op de achterkant staan van boven
naar beneden:
In 1909 startte de Vereniging Haerlem een inzame
lingsactie om de in 1772 afgebroken toren van het
stadhuis te herbouwen. In 1912 was 12.000 bijeenge
bracht. Met de bouw werd in juli 1914 begonnen en
in april 1915 was de toren gereed.
In 1932 brandde deze molen af. Direct startte
Haerlem een grote inzamelingsactie voor de her
bouw. Pogingen om de molen daadwerkelijk te
herbouwen strandden echter voortdurend. Na de
Tweede Wereldoorlog begon Haerlem een nieuwe
actie, maar in 1968 besloot de gemeente Haarlem
definitief van herbouw af te zien. Nieuwe inzichten
leidden in 1985 tot de oprichting van een stichting tot
herbouw van de molen. In de jaren negentig besloot
de gemeente Haarlem tot herbouw over te gaan.
Sinds 14 november 2000 staat de molen weer aan
het Spaarne te pronken.
Het Costermonument in de Haarlemmerhout
Het monument was zwaar verwaarloosd en de
gemeente overwoog het in 1951 te verwijderen. De
Vereniging Haerlem wilde het monument behouden
en daarvoor 350,- bijdragen. Het resultaat was dat
het monument hersteld werd.
De gasthuishuisjes aan het Groot Heiligland
Haerlem voerde in 1925 actie om de rij unieke gast
huishuisjes te behouden en te restaureren. Dit lukte,
maar helaas werden de achtergelegen woningen
door het St. Elisabeths Gasthuis afgebroken in 1930.
Toen het ziekenhuis naar Schalkwijk verhuisde zijn
in 1975 weer nieuwe huisjes achter de bestaande
gevels gebouwd.