In februari 1921 hoorde Jan Willem op het Frederiksplein bij de familie
Dentz van Schaick dat Annet tegenover mevrouw Dentz had gesproken
over nieuwe schulden. Berend Modderman en Dentz van Schaick ont
dekten dat Annet de laatste vijf jaar weer ca. 20.000,- had opgenomen
op onderpand van Jan Willems effecten en dat er voor duizenden guldens
schulden waren. De climax was, dat Annet met haar financier had gere
geld, dat het deficit 4.000,- hoger zou worden opgegeven en dat zij dat
bedrag van hem terug zou ontvangen als de familie betaald had. De span
ning aan de Herengracht liep uiteraard weer hoog op. Annet ging in
maart 1921 in Haarlem bij haar schoonzuster Jeanne Enschedé logeren.
Martha Schmidt kwam van half april tot 7 mei op de Herengracht loge
ren en op 31 mei 1921 verliet moeder definitief het huis, trok naar Zürich
en verdween uit het leven van Jan Willem en de kinderen. Reeds de vol
gende dag kwam Oma Modderman in huis om tijdelijk het huishouden te
regelen. De door moeder beleende panden werden door Jan Willem bij
de Bank van Lening afgelost, maar hij weigerde de 16.000,- of j 20.000,-
aan de geldschieter te betalen.90'
Het was in mei 19219I> dat Jan Willem besloot om weer raad te gaan
vragen, ditmaal aan zijn boekenvriend pater Bonaventura Kruitwagen:
'Nel mag hem graag en dergelijke gevallen die niet behooren tot de medi
sche wetenschap behooren tot zijn taak. Minderbroeders zijn in het bij
zonder aangewezen voor zielszorg. Qualitate qua weet hij hoe dergelijke
dingen moeten worden aangevat.' Over een resultaat is niets bekend.92'
Het wordt uit deze brieven aan zijn schoonmoeder pijnlijk duidelijk hoe
zeer Jan Willem steeds weer tevergeefs probeerde datgene te doen wat
voor de kinderen het beste was. Zijn wereldvreemdheid verhinderde dit
dan weer. In juli 1921 werd uiteindelijk een definitieve oplossing gevon
den voor de zorg voor de kinderen en voor het huishouden. Mevrouw
Bakker, een lerares van de huishoudschool aan het Zandpad te
Amsterdam, werd bereid gevonden haar betrekking op te geven, om de
jongere kinderen te gaan verzorgen.93'
Op 3 september 1923 werd het echtscheidingsvonnis tussen Jan Willem
Enschedé en Annet Modderman ingeschreven. Beide ouders werden
daarbij wegens onbekwaamheid van de ouderlijke macht over de nog
minderjarige kinderen ontheven94), een maatregel die zeker in die tijd, en
in deze kringen, vrij uniek was. Voogd werd Berend Modderman en toe
ziend voogd neef Jan Enschedé VI, zoon van halfbroer Jan.
Jan Willem was intussen al enige jaren bezig met het zoeken naar een
kleiner huis en vond in 1922 een bovenhuis in de De Lairessestraat 170
waar men in januari 1923 naar toe trok. Het gezin bestond toen dus uit
vader, vier kinderen tussen de 11 en 20 jaar en juffrouw Bakker. In febru-
A.G. VAN DER STEUR