Roos naar aanleiding van een ontvangen overdruk van diens artikel: 'Ik heb een bezwaar. Ge hebt niet voldoende doen uitkomen, dat ik niet ben Enschedé-Haarlem. De buitenwereld weet niet beter of ik ben van de Haarlemsche drukkerij en er kan daarom niet genoeg betoogd worden dat die opvatting onjuist is. Uw artikel zal daar om, naar ik vrees, komen ten voordeele der gieterij Enschedé, wat, voor werkelijke boekdrukkunst niet te hopen is.'96) Voorts was de verhouding met de Haarlemse firma, ook na Jan Willems vertrek naar Amsterdam, nog steeds slecht en bij de viering van het twee de eeuwfeest van Johan Enschedé en Zonen in 1903 zou Jan Willem dan ook geen rol spelen. Vanaf ca. 1910 zou de verhouding iets gaan verbete ren. In 1906 was halfbroer Charles weer een briefwisseling begonnen met Jan Willem en zoon Just schrijft: 'In 1909 kwam Charles' dochter Mathilde Enschedé, 25 jaar jong en vol goede bedoelingen met mijn ouders praten "om te zien of zij de zaak niet in 't reine kon brengen" aldus mama. In februari 1910 ont moet Pa op een veiling in Haarlem zijn halfbroer Jan die hem mee neemt naar de zaak, waar hij tien jaar niet meer was geweest En in augustus 1910 gaat men ter ere van Jan's verjaardag op diens Heemsteedse landgoed Ipenrode eten. De vrede is gesloten. Maar dat betekende niet dat Pa nu meer toegang tot de zaak had, daartoe waren de meningsverschillen over de geschiedenis en de cultuur van de boekdrukkunst te groot. De halfbroers waren deels Duits deels Engels georiënteerd; Pa Frans. De halfbroers waren overtuigde Costerianen, Pa was Gutenbergiaan.' In 1911 hield halfbroer Jan op de jaarvergadering van de Maatschappij van Nijverheid en Handel 'een naar toon wat arrogant overkomende rede, die tot openbaar krakeel leidde. Pa schreef daarover in juli aan zijn vrouw: "Het Handelsblad schrijft tegen de speech van Jan in Nijverheid (wat ik wel verwachtte)". Jan overleed in november 1911. Charles bleef een huisvriend van Pa tot zijn dood in 1919. Ik herinner mij hem als een oom wiens gezelschap Pa zeer op prijs stelde. Pa gaf me bij oom Karel's dood diens gefotografeerd portret cadeau; ik heb het nog.'97) A.G. VAN DER STEUR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 57