Jan Willem Enschedé, ca. 1920. (coll. J.W. Enschedé, Den Haag) kondigen. Intusschen, de beslissing is niet gevallen. Donderdag 2 September word ik bij Burger verwacht om een en ander te regelen. Dan is mijn taak afgeloopen, voorgoed. Ik heb gewerkt zoo lang het dag is, en al mag ik hopen, niet verwachten, dat over 14 dagen het nog geen nacht zal zijn, onbetwistbaar is het, dat dan de avond voor mij valt. Met beste groeten, Uw toegenegen J.W. Enschedé.' In de reeds genoemde brief van 13 augustus had hij het verhaal ook, maar iets beknopter, gebracht. Daaruit lezen wij nog als nadere bijzonderheden dat hij 'verleden jaar' een 'vertrouwelijke opdracht' had aanvaard die hem 2 middagen in de week kostte, dat zijn werk voor Amstelodamum hem 200,- opleverde en dat hij 'op de bibliotheek komt te zitten in een vertrek met felle zonneschijn, waar men door licht en lucht lichamelijk A.G. VAN DER STEUR

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 71