bij de Ter Lindens. Hij haalde begin jaren dertig zijn MTS-diploma, woon
de aan de Heine Houtweg in Haarlem en bracht veel vakanties door bij
nicht Mathilde Enschedé in Arlesheim bij Basel. Via familieconnecties
kon hij in de crisistijd als volontair gaan werken bij de Plaatwellerij te
Velsen waar hij in 1934 een vaste aanstelling kreeg. Zijn eerste huwelijk
was niet gelukkig. Uit dit huwelijk heeft hij een zoon naar zijn grootva
der Jan Willem genoemd, die later het Museum Enschedé zou gaan behe
ren, uit zijn tweede huwelijk nog eens twee kinderen. Edzard is een groot
en actief verzamelaar van frankeerstempels - de eerste enveloppen kreeg
hij van zijn vader die daar catalogi in ontving - van alle soorten fiscale
zegels en van geperforeerde zegels. Niet alleen zijn drift, maar ook zijn
verzamelwoede heeft hij van zijn vader, vertelt hij lachend.
Dochter Hetty bleef ongehuwd. Zij was werkzaam in de kinderverzoi-
ging, ook een tijd als boekbindster, en was handwerkonderwijzeres op de
Amsterdamse huishoudschool aan het Zandpad. Zij heeft na de scheiding
contact gehouden met haar moeder en tot moeders overlijden in 1951
voor haar gezorgd. Just was erg op zijn zuster Hetty gesteld, wijdde een
flink deel van zijn herinneringen aan haar '37i en noemde haar 'mijn lieve
en nog steeds betreurde zuster Hetty'. Zij overleed in 1987.
Dochter Annie bleef ook ongehuwd. Zij was onderwijzeres aan een
school in de Jordaan, maar was maatschappelijk onaangepast en werd
uitgebuit door enkele mannen in haar leven; één van hen wist zelfs haar
erfdeel te bemachtigen.138' Zij overleed in 1988.
De jongste zoon, Just, heeft een boeiende carrière gemaakt. Hij vond
een 'redder' in de persoon van mr. Maurits Enschedé (1856-1934), een
gefortuneerde verre neef die landsadvocaat in Soerabaja was geweest en
in 1890/91 zijn vrouw en enige kind had verloren. Hij ging in Den Haag
wonen en heeft de kleine Just opgevangen, gezorgd dat deze het gymna
sium kon aflopen, zijn studie bekostigd en zijn lidmaatschap van het
Collegium betaald. In zijn herinneringen wijdt Just twaalf interessante
pagina's aan 'oom' Maurits.®' Typerend voor het jongste kind van Jan
Willem is de volgende passage uit deze herinneringen:
'Toen die mij onbekende neef Maurits Enschedé mij in 1928 liet
komen, wist ik van de familie Enschedé niets af. Mijn in 1926 overle
den vader had ik na 1922 niet meer gezien. Mijn moeder zag ik in die
jaren nooit. Bij schaarse ontmoetingen in de jaren 1921 en 1922 vroeg
ze me altijd "of ik nog van haar hield", dat bracht me dan in grote
verlegenheid. Wat verdere familie aanging: vaag herinnerde ik mij
het overlijden in 1919 van mijn oom Karei, halfbroer van mijn vader.
En er zweefde iets in mijn geest over een drukkerij. Dat was alles.'
A.G. VAN DER STEUR