vgl. ook D. Kouwenaar, 'J.W. Enschedé', Het Tarief 13, Kerstnummer 1923, 84-86. 5. Frans A. Janssen, 'Boeken maken', Optima 5 (1987), 364-367. In zijn disser tatie uit 1982, Zetten en drukken in de achttiende eeuw, had Janssen een stelling aan J.W. Enschedé gewijd: '7. Behalve op het gebied van de ver nieuwing van de typografie in Nederland is Jan Willem Enschedé (1865- 1926) ook een pionier geweest op het gebied van de studie van de typogra- fisch-technische geschiedenis.' 6. Het manuscript heeft als titel Uit Oude familiepapieren, en is gedateerd 21 november 1991. Het bestaat uit de volgende onderdelen waarnaar in de noten wordt verwezen: A. Iets over het gezin van mijn grootouders van moederszijde en mijn moe ders jeugd, 27 pag. B. Over het huwelijk van mijn ouders, 12 pag. C. Het huwelijk, de eerste tien jaren 1901-1910,10 pag. D. Het huwelijk; hoe het verder ging, 4 67 pag. E. Pa's wetenschappelijke bezigheden en aspiraties, 8 pag. F. Over Zus en Mama, 19 pag. G. Herinneringen aan Mr Maurits Enschedé, 12 pag. Aangehaald in de noten als 'Manuscript' met letter en paginanummer. Het manuscript werd samengesteld in 1990 en 1991 aan de hand van eigen herinneringen en 'een vrij omvangrijk pakket brieven en briefkaarten van en aan mijn ouders en mijn grootmoeder Jantine H. Modderman-Viëtor, een pakket dat begon in de jaren i860 en rondom 1935 afliep, met een enke le uitloop tot 1950... Daarnaast beschikte ik over een dagboek van mijn vader dat liep van december 1915 tot 1921 Wegdoen of bewaren? Ik besloot: toch wegdoen. In de eerste plaats omdat ik degene die mij het dag boek schonk beloofd had het te vernietigen, hetgeen ook naar mijn eigen oordeel wenselijk was maar wegdoen zonder meer bevredigde mij ook niet. Na wikken en wegen besloot ik tot een tussenweg. Ik heb van die brieven en dat dagboek in onderling verband een samenvatting gemaakt en daarna dat dagboek en verreweg het grootste deel der brieven vernietigd' (Manuscript D 1 en 2). Ch.J. Enschedé schreef op de eerste pagina nog dat hij op 28 november 1991 het dagboek verbrandde. Het bestond uit acht schoolschriften, elk van 40 p. en bestreek, vaak met grote lacunes, de periode 16 december 1915 tot 28 juni 1921. 'Pa heeft langer dagboek gehouden, maar die latere aantekeningen heb ik nooit onder ogen gehad. Of ze nog bestaan weet ik niet.' (Manuscript Di). 7. Overigens had prof. mr. Ch.J. Enschedé mij op 27 augustus 1977 reeds geschreven naar aanleiding van het verschijnen van het Jaarboek Haerlem 1976, dat hij van zijn neef Maurits had gekregen. 'Ik wil van mijn vader in de eerste plaats een bibliografie opstellen; tot nog toe zijn pogingen daartoe mislukt. Dat streven brengt mede dat ik mij ook biografisch in mijn sujet verdiep, en U zult dus begrijpen dat ik Uw stukken in het jaarboek met grote interesse gelezen heb.' Haerlem Jaarboek 2000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 94