20. J.W. Enschedé, 'Wilhelm Heinrich Christoph Schmölling, geboren i januari 1828, overleden 29 november 1908', Jaarboekje voor de stad Haarlem 1909, XIX-XXII. Tevens verschenen in Caecilia januari 1909, 29-31. 21. Het grafisch grootbedrijf... 19. Samuel de Lange (geb. Rotterdam 1840) was sedert 1900 directeur van het conservatorium te Stuttgart en organist. 22. Oprechte Haarlemsche Courant 18 november 1926. 23. Tijdschrift voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis 1928, 8-11. 24. Vgl. o.a. de necrologie in Neerlandia, 1926. 25. In 1898 verscheen ook als 'pianomuziek' Marschen in gebruik bij het Nederlandsche leger gedurende den Spaanschen successie-oorlog 1702-1713, verzameld door J.W. Enschedé, voor piano tweehandig bewerkt door Ant. Averkamp, uitgave XXI van de Vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis. Het boek bevat het muziekschrift voor 16 marsen, is opgedragen aan Koningin-moeder Emma en versierd met het portret van Jan Willem Friso. 26. Manuscript E 4, dagboekaantekeningen 8 januari 1917 en 13 januari 1917. 27. Mededeling Edzard Enschedé. 28. Bulletin de la Commission de l'histoire des Eglises Wallonnes V (1892), 413. 29. Vgl. Bulletin, 2e serie I en II (Den Haag 1896 en 1899). 30. Bulletin, 2e serie I (Den Haag 1896), 209-215. 31. Bulletin, 2e serie II (Den Haag 1899), 341-386. 32. Manuscript B 3. 33. ub Leiden, ltk 1788:15 brieven uit de jaren 1894-1895. 33a. Labor omnia vincit improbus (Vergilius): onophoudelijke arbeid overwint alles. 33b. Waarschijnlijk P.A.M. Boele van Hensbroek, schoonzoon en compagnon van Martinus Nijhoff. 34. Dr. W.N. du Rieu (1829-1896) was evenals Petit bibliothecaris van de Leidse Universiteitsbibliotheek en tevens secretaris van de Commissie voor Waalse kerkgeschiedenis. 34a. Cicero: Men kan beter geen namen noemen. 35. Dit lijkt te slaan op reacties van zijn halfbroer(s). 36. Verschenen in Jaarboek 1896. Een andere mogelijke auteur die werd genoemd was Jan Willems halfbroer Johannes Enschedé. 37. Mededeling Eduard A. Nieuwenhuijzen Kruseman. 38. Collectie J.W. Enschedé, Den Haag. 39. Vgl. H. Haitzema Viëtor, Het geslacht Viëtor en aanverwante familiën (Steenwijk 1910), 62-63. 40. Volgens Edzard was hij slachtoffer van een ziekte die zijn grootvader had opgelopen in Bad Oeynhausen. Just Enschedé vermeldt als oorzaken spier- dystrophie en een hormonale storing (Manuscript A 16). 41. Het Manuscript A 15-23 gaat uitvoerig in op leven en werk van Anton, die op 28-jarige leeftijd te Heemstede werd begraven. Hij vertaalde uit het Engels en uit het Zweeds, o.a. de roman In Hooge Kringen door Miss M.E. Braddon, 'uit het Engelsch door A. Modderman E.J.z.', een uitgave van Haerlem Jaarboek 2000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2000 | | pagina 96