81. Manuscript D 27.
82. Manuscript D 28.
83. Manuscript D 30.
84. Manuscript D 42.
85. Manuscript D 46.
86. Manuscript F 1.
87. Manuscript D 56.
88. Zie over hem o.a. J.F. Heijbroek en E.L. Wouthuysen, Portret van een
kunsthandel (Zwolle 1999), 256-257.
89. Collectie J.W. Enschedé, Den Haag.
90. Manuscript D 65.
91. Collectie J.W. Enschedé, Den Haag, brief dd. 26-5-1921.
92. De correspondentie en andere papieren van Kruitwagen zijn in mei 1940 in
Rotterdam verbrand.
93. Manuscript D 65.
94. Manuscript B 12.
95. Vgl. Vier eeuwen Herengracht (Amsterdam 1976).
96. Brief van J.W.E. aan S.H. de Roos dd. 25-3-1908 in Collectie De Roos in
Stadsbibliotheek Haarlem. In deze brief corrigeert Enschedé ook de mede
deling van De Roos op p. 74 dat de Anglaise uit Engeland kwam. 'Ik weet
niet beter of de letter is aldus in stempel gebracht door Didot.'
97. Manuscript C 8 en 9.
98. Collectie J.W. Enschedé, Den Haag.
99. Collectie J.W. Enschedé, Den Haag, brief dd. 4-5-1921.
100. Collectie J.W. Enschedé, Den Haag, brief dd. 13-9-1921.
101. Manuscript E 8.
102. M. Lommen, 'Een 'stille strijd' over William Morris, Charles en J.W.
Enschedé', Bulletin Stichting Drukwerk in de Marge 19 (lente 1991), 20-30.
103. M. Lommen, als boven, noot 1.
104. Manuscript E 8.
105. In Jaarboek Amstelodamum 74 (1982), 30-69.
106. Brugmans, a.b., 54.
107. Brugmans, a.b., 55.
108. Mijn eigen exemplaar, in 1996 op een veiling gekocht, heeft een opdracht
van Berend Modderman aan zijn vrouw dd. 15 november 1902. Dit zal dus
de verschijningsdatum zijn. Een latere eigenaar van dit exemplaar, S.L.
Hartz, heeft erin aangetekend dat het het tweede werk was dat onder lei
ding van Berend Modderman bij Ipenbuur van de persen kwam. In een los
erin liggende aanbiedingsbrief werd de geadresseerde 'beleefd' verzocht 'dit
werkje waaraan veel tijd, geld, moeite en studie is ten koste gelegd niet te
willen beschouwen als een van die reclamezaken die doorgaans na
vluchtige inzage ter prullemand worden verwezen.'
109. Manuscript B 10.
no- Jaargang 1 (1903), 52-54.
in. Jaargang 13 (1903), 73-84.
A.G. VAN DER STEUR