bij het verschijnen zelf zou uitdrukken in de opdracht aan haar zoon in
het Duitse 'Landerziehungsheim'.
Het boek is niet aan de fantasie van de schrijfster ontsproten. Nynke
van Hichtum heeft de verhalen die ze als basis heeft gebruikt voor Afke's
Tiental gehoord van haar eerste dienstmeisje, Hiltsje Feenstra, de oudste
dochter uit een groot, arm arbeidersgezin uit Warga. Hiltsje woonde als
meisje voor dag en nacht bij de Troelstra's van 1888, toen Pieter en
Sjoukje net getrouwd waren, tot aan haar eigen huwelijk in 1891.
Veel van wat in het boek verteld wordt, is waar gebeurd. De kleine
zusjes van Hiltsje, die in het boek 'Wypkje' heet, hebben inderdaad gelo- -107-
geerd bij Hiltsjes 'mevrouw'. Moeder Afke verknipte werkelijk haar enige
nette rok om er jurkjes voor de meisjes van te maken en één van de jon
gens offerde echt zijn spaarcenten op om stof voor een warm schort voor
zijn moeder te kunnen kopen.
Sjoukje Troelstra - zelf in die tijd zwanger van haar eerste kind - heeft
vol belangstelling geluisterd naar Hiltsjes verhalen en toen ze de moeder
eens had opgezocht, groeide haar bewondering nog meer voor die een
voudige vrouw die zichzelf wegcijferde en er alles voor over had om haar
kinderen tot verstandige, eerlijke mensen op te voeden, die hun plaats in
de wereld zouden kunnen vinden.
De verhalen van Hiltsje en de indruk die haar bezoekjes aan Warga op
haar gemaakt hadden, bleven Nynke van Hichtum bij, toen ze al lang uit
Friesland weg was. Ze heeft het beeld van de volmaakte moeder wel wat
geïdealiseerd, vooral in de jaren dat ze zelf door ziekte en overspanning
voor haar gevoel niet zo'n goede moeder kon zijn voor haar eigen kroost.
Ze had het ook niet gemakkelijk. Door de politieke keus van haar
man, waar ze hem overigens van harte in steunde, kwam ze in heel ande
re, veel soberder, omstandigheden te verkeren, dan waarin ze was groot
gebracht.
Na de scheiding in 1907 ging Sjoukje vanuit Dresden, waar ze voor
herstel van gezondheid verbleef, niet naar Den Haag terug. Ze vestigde
zich in Utrecht, vertrok later naar Parijs en Genève en keerde in 1910 naar
Nederland terug om in Bunnik te gaan wonen. Dieuwke trouwde en ver
trok naar Duitsland, maar keerde al in 1913 terug. Om haar te helpen ver
huisde moeder Sjoukje toen opnieuw naar Haarlem, waar ze zich op
1 oktober vestigde op het adres Gasthuissingel 24. Ze bleef er tot 27 okto
ber 1915, eerst met Dieuwke en haar zoontje Hans van der Stok en in 1914
ook nog voor korte tijd met haar zoon Jelle. Vader Pieter is op z'n minst
nog één keer in deze stad geweest en wel op 6 maart 1911, toen er een
'Piter Jelles-joun' (Pieter Jelles-avond) werd georganiseerd door onder
anderen dr. J.B. Schepers en Mr. A.S. Miedema 'yn 'e boppeseal fen "De
TINEKE STEENMEIJER-WIELENGA