ris te benoemen. Terwijl zoonlief de gebruikelijke benoemingsprocedure
met de gewestelijke Staten als creërende en het Hof als admitterende
instantie doorliep, bleef senior vervolgens tot zijn dood in 1637 akten ver
lenen. Zo was in familieverband de numerus clausus mooi omzeild.26'
De uitoefening van het notariaat bleek in de zeventiende eeuw popu
lair in de families Van Triere, Van Bosvelt, Steyn, Van Lievendael, Van
Kittensteyn, Haaswindius, Gellinckhuysen en Baart. In de 18de eeuw
houdt deze traditie stand bij de familie Baart, bij de bloedverwanten van
notaris Assuerus Beuns en de families Van Kleynenberg, Elout, Gallé en
Noppen. Deze families waren soms door onderlinge huwelijksbanden
aan elkaar verwant geraakt. Eenmaal, in het midden van de 18de eeuw,
overleefde vader Willem Baart zijn zoon Willem Baart junior.2?' Bij het
indienen van het overlijdensbericht werd het stadsbestuur om restitutie
van de teveel betaalde aanslag in de 'annates' (een belasting op de stede
lijke ambten) verzocht.
Omdat enkele families wel drie- of zelfs viermaal in het notariaat voor
komen, zijn de namen Van Bosvelt, Haaswindius, Beuns en Baart op die
manier nauw aan het Haarlemse notariaat verbonden geraakt.
Overdracht notariële protocollen
Zoals eerder vermeld waren notarissen sinds de publicatie van de plak
katen van Karei v verplicht een protocol bij te houden én te bewaren.
Uitzetting uit het notariële ambt kon hen anders ten deel vallen. Het oud
ste notariële protocol dat in het Haarlemse stadsarchief bewaard wordt
betreft een tiental bladzijden met in het Latijn opgetekende akten in de
periode 1485-1495 die zijn opgenomen in een formulierboek van de laat
middeleeuwse notaris Adriaen Johansz.28'
De serie ingebonden notariële protocollen vangt aan met dat van Jo
hannes Muntingh en loopt over de jaren 1570-1572. De volgende reeks
notariële protocollen zijn van notaris Michiel Jansz. van Woerden en
strekken zich uit over de periode 1573-1621. De serie bestrijkt een doorlo
pend tijdvak van bijna vijftig jaar die in maar liefst 26 banden zijn inge
naaid. In de zestiende eeuw was er slechts één andere notaris, Adriaen
Willemsz., die van 1577 af een dergelijke hoeveelheid notariële protocol
len achterliet. Daarnaast bleven van de notarissen Henric Quirijnsz.
Talesius en Joseph van Triere in diezelfde eeuw slechts een enkel proto
col en daarmee fragmentarisch bewaard gebleven archief voor het nage
slacht behouden.2"'
Over het algemeen was het houden van een protocol een voorschrift
dat voor het midden van de zestiende eeuw overal in de Nederlandse
Haerlem Jaarboek 2001