aan de Grenzen', zijn 'Roem van 20 eeuwen' en zijn Legenden dat hij bij
een van zijn leveranciers wel een raam gratis heeft kunnen krijgen. Hoe
dit ook zij, ik zat 3V2 jaar oud voor het raam en zag den Prins staande in
zijn rijtuig en Papa als Kapitein van de Schutterijen er naast loopende en
het laatste zal mij zóó opgevallen zijn, dat ik wel 'Kijk daar loopt Papa'
geroepen heb en die bijzonderheid mij meer doet herinneren dan de
intocht zelve.
Uit die kinderjaren herinner ik mij levendig grootvader Röell, de vroe
gere vertrouwde Minister van Koning Louis Napoléon, destijds Kanselier
van de orde van den Nederlandschen Leeuw. Hij woonde in een dubbel -13-
huis op de Heerengracht tusschen de Utrechtschestraat en Reguliers
Gracht aan de schaduwzijde. Mama ging dikwijls met ons daarheen om
Tante Sophie en Christine te bezoeken. Mijn ouders gingen er Zondags
dineeren en dan speelde Grootpapa met ons even als Henri iv met zijn
kinderen. Na het dessert ging hij op handen en voeten met ons op zijn
rug rond de tafel; wij moeten dus al heel klein geweest zijn. Hij was een
zware lijder aan rhumatiek waaraan hij in 1835 in zijn 68ste jaar overleed.
Hij haatte den grooten Napoléon, en die haat was wederkeerig. Ce mon
sieur Le Roule veut jouer le Mucius5', zei de Keizer. Toen Grootpapa met
Koning Louis Napoléon naar Parijs ging6', nadat deze door zijn broeder
opgeroepen werd, was het wachtwoord gegeven, want hij werd eenvou
dig genieerd7', wel aan het Hof ontvangen maar geen enkele maal door
Keizer Napoleon aangesproken die hem altijd op de audiënties met een
nijdigen blik voorbijging.
Toen Napoleon in 1811 in Amsterdam kwam8' zag Mama hem door de
grachten varen, maar toen zij op het bal in Felix Meritis gevraagd werd,
gaf Grootpapa geen toestemming tot Mama's groote teleurstelling. Zij
was toen 19 jaar oud. Het is jammer dat geen der zoons of kleinzoons van
Grootpapa Röell zijn leven hebben beschreven. Hij was een geniaal
staatsman van onkreukbare eerlijkheid, hetgeen in die dagen een zeld
zaamheid was. Om zijnen invloed op Koning Louis en zijn Vader
landsliefde haatte Keizer Napoleon hem.
Op mijn 4de of 5de jaar ben ik tegen de scherpe poot van een kast
gevallen, zoodat ik een diepe wond in het voorhoofd kreeg, waarvan ik
nog steeds het likteeken draag. De wond bloedde geweldig en ik zie het
bloed nog in mijn hals stroomen. De chirurgijn Krieger Schumer behan
delde de wond slecht en mijn vriend Dr. Einthoven te Semarang stelde
mij voor de wond te heropenen en weer te heelen zonder dat een liktee
ken overbleef, maar ik bedankte er hartelijk voor.
In 1830 of 1831 verhuisden mijn ouders naar de Heerengracht9' bij den
Amstel aan de zonzijde. In 1832 betrokken zij 's zomers Woestduin. Vóór
CHRISTIAAN VAN LENNEP