25. Een regentschap van het St. Elisabeth's Gasthuis was voor A. Willemsz.,
H. Steyn, S. Cousaert en J. Steyn, alsmede aan het einde van de achttiende
eeuw voor C.H. van Heynenberg Reuvens weggelegd. Bij het Leprooshuis
hebben de notarissen A. Willemsz., J. Benning, S. Cousaert en M. Everswijn
een regentschap bekleed. Egbert en Nicolaas van Bosvelt traden op als
secretaris van de Weeskamer. P. Baas, M. Everswijn H. Haaswindius en
J. van Dijk werden weesmeester.
In het archief van de Weeskamer (1515-1582) is een Kapitaalboek van de
nalatenschap van notaris Wernerus Köhne achtergelaten, inv.nr. 125.
Mogelijkerwijze is de onbekende notaris M. Everswijn de regent van die
naam van zowel het Oudemannenhuis als het Nieuwe Kinderhuis, waarmee
het Arme Kinderhuis bedoeld moet zijn geweest. Bij het Heilige Geesthuis
was in 1615 en 1618 Cornelis IJsbrantsz. al voordat hij notaris werd tot regent
gekozen.
J.L. de Mayne en A. Kinckhuysen waren regent van het aalmoezeniers- en
werkhuis. Zie voor citaat: avk, Stadsarchief 1245-1813, inv.nr. rood 550 f. 229-
230. Voor het verzoek om ontslag van Kinckhuysen: Burgemeestersresoluties,
inv.nr. rood 249 f. 33-34.
26. De protocollen van Matthijs van Lievendael zijn niet bewaard gebleven, die
van zijn zoon wel. Idem, Burgemeestersresoluties, inv.nr. rood 213, dd. 1 okto
ber 1625 (geen folio-aanduiding) en 10 november 1625; Notarieel archief
1570-1843, inv.nr. 154 f. 86 (eerste akte in 1626, maart 15) t/m 97 (laatste akte
in 1629, april 20); ara, Archief van het Hof van Holland, inv.nr. 5929 f. 2i2r.
Zie voor de opvolging van Wouter Crousen jr.: avk, Stadsarchief 1245-1813,
inv.nr. rood 213, dd. 1 mei 1629 (geen folio-aanduiding), ara, Archief Hof van
Holland 1428-1798, inv.nr. 5929 f. 232r. In zijn laatste jaar als notaris heeft
Wouter Crousen sr op 12 en 13 maart 1637 een tweetal akten verleden waarin
anders dan de naam van de regerende keizer in de marge de tekst 'mits
gaders notaris publijcq' is opgenomen, avk, Notarieel archief 1570-1842,
inv.nr. 110 f. ióir en ió4r. Aan het einde van zijn carrière maakte Wouter
Crousen zich in zijn akten als 'secretaris der stadt haerlem' bekend, zie
inv.nr. 110 f. 145 e.v. Vergelijk in dit verband inv.nr. m f. i2r (1606), waar ver
meld staat dat Wouter Crousen ook in dienst was als secretaris van de heer
lijkheden Tetterode en Vogelensangh, dat samen met de heerlijkheid Ael-
bertsbergh het grondgebied van de huidige gemeente Bloemendaal uitmaakt.
Zie ook: G.H. Kurtz, 'De dievenkelder in de Barteljorisstraat', in: Jaarboek
Haerlem 1962, 52.
27. Idem, inv.nr. rood 501 f. 515-516 (rekest van notaris Willem Baart, 1757). Zie
voor het instellen van deze belastingsoort in Haarlem: Vroedschapresoluties,
inv.nr. rood 103G f. 209r (1702).
28. avk, collectie Handschriften Rijk, inv.nr. 27d Formulierboek (&-37V) 1410-1481
en protocol ^38-39) 1485-1495 van notaris Adriaen Johansz. Eerder werd dit
notarieel protocol, dat vrijwel geheel in het Latijn is opgesteld, ten onrechte
aan Nicolaus IJsbrandi toegeschreven. Omdat deze een aantal malen als
medenotaris optrad zal dat niet juist zijn. Een analyse van dit register is door
C. van Heel in 1997 gemaakt.
Haerlem Jaarboek 2001