gehad heb was de geschiedenis van Joseph en zijn broeders.12' Vóór dat ik een ander boekje kreeg moest ik Joseph in al zijn geuren en kleuren aan mijn ouders vertellen. Ik was toen 5 of 6 jaar oud. Papa en Grootpapa konden al op hun 3de jaar lezen en schrijven! Wij hadden destijds een bonne, een aardig jong meisje, Lonne Smies, aangenomen dochter van den schilder Smies, die aan Papa les in het teekenen gaf en met hem de schermen voor Papa's tooneeltje13' beschilderde. Lonne kwam alleen over dag en als zij des namiddags om 4 uur - men dineerde in dien tijd om half vijf - naar haar vader's huis ging moest zij door Papa vergezeld worden, -16- omdat een zekere Vas Concellos, consul van Portugal haar op straat aan sprak, waarover zij zich bij mijn ouders had beklaagd. Die Vas Concellos had prachtige oogen en gitzwart hair en was la pluie et le beau temps bij de Amsterdamsche dames.14' Lonne Smies is later getrouwd met den makelaar Calkoen, een der weinigen, die destijds een hoed van lage drukking droeg. Zij gingen op de Achtergracht wonen en als wij bij hen aten trof het ons dat hij dien hoed ophield en alleen onder het voor- en nagebed afzette. De oude Smies is bij mij alleen bekend uit het teekeningetje op het titelblad van Papa's Akademische Idyllen.15' Later kregen wij onderwijs van Meester Kors en Meester Mouwer. De eerste was Roomsch catholiek en het is mij en mijn broeders altijd een raadsel geweest, wat Papa heeft kunnen bewegen een Roomsche voor het onderwijs in de Vaderlandsche geschiedenis te nemen. Mijn ooms van het Manpad kregen ook les van Kors, ten minste Arnout en Herman, zoodat Grootpapa er ook geen kwaad in zag een Roomsche meester te nemen. Men moet niet uit het oog verliezen dat de Syllabus16' toen nog niet was uitgevonden en de kloof tusschen Roomschen en Protestanten veel minder wijd was dan daarna. Meester Mouwer was een degelijk en goed onderwijzer, dien ik door mijn gaan naar Indië uit het oog heb verloren, maar heel oud moet geworden zijn. De liefelijkste herinneringen uit mijn jeugd zijn verbonden aan het heerlijke Woestduin met zijn prachtige boomen, rechte statige lanen en slingerpaden, vijver, seringen en jasmijnen laantjes, moestuin en boom gaard met keur van ooft. Wij gingen gewoonlijk in het begin van Mei naar Woestduin en bleven er tot half November. Er was toen nog geen spoor weg1" zoodat wij in een groote char a bancs naar buiten reden en in November op dezelfde wijze terugkeerden. Op de achterste bank zaten mijn ouders met Saar tusschen hen in, dan daarover drie meiden, waar van de keukenmeid een schotel met een mooie gebraden ossenrollade op haar schoot hield. De Heer Lardner en de jongens waren op de voorste Haerlem Jaarboek 2001

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2001 | | pagina 16