j^lggjg^^ Als zodanig debuteerde hij in
1934 met een villa in Wiessel (bij
B Apeldoorn). Met het Rijnlands
Lyccum in Wassenaar (1939)
Imaakte hij een gebouw dat jaren-
PgM y\. lang internationaal een voor-
beeldfunctie in de moderne scho-
lenbouw vervulde. Na de oorlog
bouwde Kloos vele woningen,
1 K scholen,
industriële complexen. Met
aantal leden van maakte
I het stedenbouwkundig plan voor
Nagele (1957) dat door de
heen als manifest van het Nieuwe
v Bouwen de aandacht heeft ge-
^"^■1 trokken. Tot zijn meest spectacu-
fT laire projecten behoren de zoge-
noemde 'hangbrugmaisonnettes'
aan het Amsterdamse Dijkgraafplein.
Op vele steden in het land heeft Kloos zijn stempel gedrukt, hetzij als
supervisor (in die functie was hij in de jaren 1952-1957 betrokken bij de
wederopbouw van Rotterdam), hetzij als lid van het plaatselijke wel
standstoezicht. Van de landelijke Federatie Welstandstoezicht was hij
jarenlang voorzitter. Hij was mede-oprichter van diverse vakorganisaties,
waaronder de Stichting Architecten Research (sar) en samenwerkings
verbanden op het gebied van de woningbouw (stawon), de scholenbouw
en de gezondheidszorg. Internationaal trad hij op de voorgrond als mede
oprichter van de scholencommissie van de Union Internationale des
Architectes (uia).
In Haarlem, de stad waar Kloos vanaf de jaren dertig tot aan zijn dood
woonde, heeft hij weinig gebouwd. Een klein juweel was zijn beroemde
krantenkiosk op het Verwulft uit 1948 (helaas gesloopt). Verder is van
hem de uitbreiding van het Rijksarchief voor de provincie Noord-Hol
land aan de'Kleine Houtweg, flatwoningen in Schalkwijk en het Medisch
Kleuterdagverblijf 'Margriet' in Aerdenhout. Haarlem bracht hem ook
een van de grootste teleurstellingen in zijn arbeidzaam leven. Vanaf de
jaren vijftig was Kloos internationaal een autoriteit op het gebied van de
ziekenhuisbouw (ziekenhuizen naar zijn ontwerp verrezen in Terneuzen,
Almelo, Groningen, Hardenberg en Kampen). Maar toen in zijn eigen
woonplaats drie nieuwe ziekenhuizen moesten worden gerealiseerd,
Haerlem Jaarboek 2001