voor ons gezin geen vetpot. Omdat zijn beeldend werk niet genoeg opbracht, zat mijn vader jarenlang in de contraprestatie, de voorloper van de latere bkr. Om dat dat minder was dan de bij stand, kluste hij in zijn jonge jaren bij als tennisleraar.' Later ging het Van der Veer meer voor de wind, omdat zijn werk zeer uitleenbaar bleek en goed verkocht via de kunstuitlenen. Dochter Maaike vertelt verder over haar vader, die een buitenge woon goed portrettist was, dat hij zo zijn principes had als het om portretteren ging. dn de jaren zeventig moest hij een portret maken van een directeur van... eh ja, vol gens mij was die man directeur van het Haarlems Dagblad en vierde hij zijn zoveel jarig jubileum of zo. Maar die man had nogal een karakteris tieke neus Toen het portret af was vroeg hij aan mijn vader of hij die neus op de tekening wat kon afzwakken. Maar, en dat is typerend voor hem, mijn vader vertikte dat, want het klopte en hij had het zo gezien! Dus dat portret is niet geaccepteerd, dat begrijp je.' Toen Jan van der Veer 82 was nam de kunstenaar een drastische beslis sing, hij liet kunsthandelaar/taxateur Willem de Winter al het werk dat nog in zijn bezit was in twee dagen veilen, anders zou zijn vrouw er maar mee zitten. De Winter: 'Daar bewaar ik een goede herinnering aan. Een prima atelierveiling. In hotel Die Raeckse werd alles in 450 kavels ver kocht voor in totaal tachtigduizend gulden. Portretten, landschappen, naaktstudies - die hij veelal maakte bij Kunst Zij Ons Doel waar hij jarenlang lid van was - en stillevens. Fraai naturalistisch werk. Maar onverstoorbaar als hij was, werkte Jan stug door tijdens de veiling. Jan van der Veer is vrijdag 30 maart 2001 na een langdurige ziekte op 88-jarige leeftijd overleden. De crematie had 4 april 2001 plaats in crema torium Velsen. aart van der KuijL, redacteur beeldende kunst Haarlems Dagblad N.B.: Dit artikel is in iets kortere vorm eerder opgenomen in Haarlems Dagbladd.d. 4 april 2001. NECROLOGIEËN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2001 | | pagina 183