Een vinkenbaan in de duinen in de omgeving van Haarlem. Tekening van
P. Barbiers, ca 1850. (coll. Kennemer Atlas)
een mensch kan overkomen. Dr. Arndt genas mij en uit dankbaarheid dat
ik medegewerkt had om te herstellen nam hij mij op een zekeren middag
met zijn rijtuig mede naar zijn buitenplaats. Oom Henk van Lennep
bracht mij van Papa en passant tien gouden tientjes om Dr. Arndt te beta
len. Gedurende mijn verblijf te Dusseldorf gingen wij een dagje naar
Elberfeld.
Als wij te Woestduin waren gingen wij met Beth en Henrik in het rij
tuig van oom Henk op cathegesatie bij Dominéé Beets te Heemstede, wat
wij heerlijk vonden, want de minzame man was een interessante docent
en las ons na de les verzen van hem voor en gaf ons in zijn tuin heerlij
ke appelen en peren. Alle zondagen gingen wij bij hem ter kerke en zaten
in een bank over Grootpapa en zijn zoons. In diezelfde bank zat de nota
ris Commelin, die zoo valsch zong dat mijn ooms hem de gebarsten orgel
pijp noemden. In een bank lager zat een lange, oude, lelijke isegrim, die
als hij in zijn bank kwam, een geruimen tijd, achter zijn hoed bad, vóór
hij ging zitten.
Lardner had veel Engelsche vrienden in Amsterdam gemaakt zo als
Scott, de gouverneur van de jongens Hooft van Geresteyn, later mede
Haerlem Jaarboek 2001