Als de tantes bij ons logeerden waren mijn ouders geabonneerd op een
rijtuig met twee paarden, genaamd 'Sociable'®' van van Koppen van het
Posthuis aan de tol van den heirweg. Het logeeren van de Tantes was
voor ons een matig genoegen, want zij waren in tegenstelling van mama
moeilijk van humeur, heerschzuchtig en zuur omdat zij geen man kregen.
Kwam daarentegen de Heer Aart Veder logeeren dan waren wij in de
wolken, want op de wandeling vertelde hij de geestigste verhalen, die niet
alleen ons kinderen maar ook de grootere menschen lieten schudden van
het lachen. Er was een bloedig verhaal dat speelde in Hongarije, genaamd
de 'Bloedstulp' waarin zeven ondermeesters en ik weet niet hoeveel -25—
bloeddruppels figureerden. Bij het verhaal rezen onze hairen te berge,
zoo bloederig was het en Papa was er over verbaasd hoe het mogelijk was
zooveel dolle dwaasheden bij elkander te flansen en er één geheel van te
maken. Het is dood zonde dat Maurits en ik zich van de Bloedstulp niets
herinneren. Niet alzoo het verhaal van 'de Stok van van Vliet' dat aan
Saar paroxismen van woede bezorgde en door Mr. Veder met een ongeë
venaarde leukheid werd verteld. De geschiedenis was als volgt: een zeke
re van Vliet had bij een apothekar des morgens witte drop gekocht en bij
het verlaten van het huis gevraagd of hij zijn stok mocht laten staan tot
hij terugkwam. Op het toestemmend antwoord zette hij zijn stok in een
hoek van den winkel, maar op den drempel van de deur riep hij den apo
thekar toe dat als iemand het waagde den stok aan te raken een groot
ongeluk zou gebeuren en den dood ten gevolge kon hebben. Nu was het
land in nood, want van Vliet liet op zich wachten; het werd middag, het
werd avond zelfs middernacht maar geen van Vliet. Al de familie had de
apothekar er bij gehaald, de halve buurt, zelfs de politie maar niemand
durfde den stok aan te raken. Veder kruidde dit verhaal met zooveel
grappige incidenten waaronder dat enkele bijstaanders met grooten moed
naar den stok toeliepen om hem de deur uit te gooien maar terugdeins
den voor het gegil van het vrouwenvolk, dat Saar haar hartstochten niet
meester bleef. Het einde van 't verhaal was dat van Vliet om klokslag 12
uur de deur binnentrad, de stok opnam en met goeden nacht samen de
apotheek verliet.
Tante Christine logeerde vaak tegelijk met Mr. Aart Veder op
Woestduin en zij vond hem zoo aardig, dat zij in weerwil van haar trotsch
karakter doodelijk verliefd raakte op den Rotterdamschen advokaat, die
wel niet van adel was maar een genie. Hij had als advokaat de grootste
praktijk in zijn geboortestad, verdiende grof geld en had reeds een naam
gemaakt met zijn dissertatie. Papa had graag een Engagement gezien, zoo
als mij uit zijn brieven aan Veder gebleken is, maar Tante Christine was
niet mooi, zij had wel is waar een aristokratischen, maar te grooten ade-
CHRISTIAAN VAN LENNEP