komen was hij, Joost weet hoe, de gevangenis ontsnapt en kwam in bal
toilet op het bal zijn cour maken. Dat liep natuurlijk gaauw spaak, want
een paar Regenten van de gevangenis, zoo als Teding van Berkhout en
Beels lieten hem oppakken en naar de gevangenis terugbrengen. Dat
neemt niet weg dat hij later Juffrouw Crommelin toch trouwde. Dat was
eene mésalliance van haar want zijn vader was Belgische fabrikant van
katoentjes in Haarlem aan den Zijlweg, waar zijn fabriek stond en niet
van komaf. Maar hij was een mooie, aardige jongen en wat de deur toe
doet, zij was verliefd op hem, zoodat haar moeder, eene trotsche Pallandt
—32- wel moest toegeven.
Na onze verhuizing in 1841, na het vertrek van de familie van de Poll,
in het kleine huis, kwam de Heer Jhr. Jacob Hartsen gehuwd met Jacoba
Elisabeth van de Poll in het groote huis den zomer doorbrengen. Omdat
zij beiden denzelfden voornaam hadden werden zij he-co en she-co
genoemd. Hij was een beste man, met een zwak gestel en heel podagreus
zoo dat hij er als een oud mannetje uitzag. Toen hij in 1845 stierf was
iedereen verbaasd dat hij pas in zijn 43ste levensjaar was. Hij was een
heel vriendelijk man voor kinderen en het waren aangename buren. Eens
dat hij in het weiland een groote staak met een houten vogel er op had
laten plaatsen liet hij er ons met een zware buks op schieten. Ik had nog
nooit een geweer afgeschoten, maar het toeval ofwel mijn keep oogen
wilden dat ik er met het eerste schot de houten vlerk afschoot, waarop de
Heer Hartsen zei: 'coup d'essai coup de maitre'.48' Ik heb het daarbij gela
ten en nooit meer geweer of revolver afgeschoten. De tijd heeft mij als
kantoorbediende ontbroken om mij in het schieten te oefenen en op de
jacht te gaan. Ik heb meer mijn liefhebberij gevonden in paard rijden en
van de bok mennen.
Onder de vrienden waarmee Papa op Woestduin omging behoorde
vooral de pastoor Coppens van de Vogelenzang, een zeer verlicht en kun
dig man met wien Papa eens of meermalen in de week op zijn pastorie of
bij ons schaakspeelde. Wij werden als jongens wel bij hem uitgenoodigd
om bij hem koffie te drinken en vonden daar een heerlijker maal dan bij
ons aan huis, waar wij niet verwend werden zoo als ik hierna zal vertel
len. Pastoor Coppens kwam zelfs bij ons middagmalen en eens dineerde
hij bij ons met Dominéé Beets maar dat heeft de Kerk hem nooit verge
ven. Toen ik bijna 40 jaar daarna aan Tante Antje vroeg waar Pastoor
Coppens was gebleven vertelde zij mij dat hij kort na de Syllabus overge
plaatst was geworden, niemand wist waarheen. Zijn oude vrienden en
bekenden hadden geen spoor meer van hem kunnen vinden.
Het is hier de plaats het een en ander te melden over de leefwijze mij
ner ouders. Ofschoon zij vrij bemiddeld waren en plusminus 15000 per
Haerlem Jaarboek 2001