Gezicht in het landgoed Leyduin, waar Christiaans tante Antje van Lennep de
zomers doorbracht, (uit: P.J. Lutgers, Gezichten in de omstreken van
Haarlem, 1837-1844 coll. Kennemer Atlas)
telde dan de sterkste verhalen van menschen wier hoed door den storm
in het water was gewaaid of van het een en ander door hem in de
Sociëteit gehoord en door hem aangedikt en gekruid, welke verhalen ons
deden schateren van 't lachen, 's Avonds werd er door Papa gesoupeerd
met een boterham met koek of vruchten en een glas wijn. Vóór 12 uur
ging hij niet naar bed.
Na het dessert haalde Papa van zijn studeerkamer papier en pennen
en ging dan aan de etenstafel zijn legenden of romans schrijven, terwijl
wij als bandrekels49' op den grond worstelden en een heidensch lawaai
maakten. Dat stoorde hem niet! Hij schreef altijd met ganzen pennen,
keurig netjes, en heeft dat tot aan zijn dood gedaan. Hij kon ze zelf niet
vermaken maar liet dat door zijn klerk Schrikker doen, een dikke man,
dien wij de dikke pakketbuik noemden omdat hij, naar huis gaande
onder zijn dichtgeknoopte jas beladen was met pakketten voor de griffie.
De laatste door Papa gebruikte pennen zijn in mijn bezit. Hij beweerde
dat hij met die nieuwe uitvinding van stalen pennen niet schrijven kon.
In onze jeugd was Papa lid in de aristokratische sociëteit in de Munt
waar hij alle middagen pot [ging] spelen. Hij was een matador in het
edele potspel en won bijna dagelijks een of twee potten, dat nog al opliep,
-34-
Haerlem Jaarboek 2001