reeds boston geleerd. Ik heb in Indië veel kaart gespeeld maar heb elk
hazard spel verfoeid. Hombre en whist speelde ik goed. Van parieeren6?'
heb ik altijd een afschuw gehad.
Onder mijne vele gebreken behoort het rooken waarover ik heel wat
van mijn entourage hooren moet. Mijn eerste bosje sigaren kreeg ik vóór
mijn 14de jaar cadeau van den Heer Van Hoorn een ongetrouwde vriend
van mijn ouders, die dat lang niet goedkeurden. Slechts bij enkele gele
genheden kreeg ik er een te rooken. Later kocht ik echte Havanah's bij
Hajenius in zijn eerste winkel op de Vijgendam en bij Van Eldik in de
Kalverstraat; de laatste had den bijnaam van mooi weêrtje, omdat hij dat
altijd zei als men binnen kwam of het mooi of hondenweêr was. In die
sigaren winkels kocht men in mijn jeugd de heerlijkste Woodvilles, Reu-
kurellen Larauagas voor 5 cents het stuk, sigaren waarvoor men tegen
woordig 25 cents en meer betaalt. Papa rookte Goudsche pijpen die hij bij
het billardspel als hij stooten moest dwars in den mond hield en
's avonds op straat sigaren van een zekeren Jacob, ellendige bokjes68' van
2 cent, in de wandeling Jacobjes genaamd. Er stond altijd een geopend
kistje Jacobjes in zijn studeer vertrek, maar wij stalen ze niet. Ze waren
Jacob van Lennep (1802-1868), de vader van Christiaan.
(coll. A.G. van der Steur)
Haerlem Jaarboek 2001