er altijd prachtig uitzag als hij op audiëntie bij den Koning ging; dan
droeg hij l'habit 'a la francaise' met stalen knoopen met facetten?"», jabots
en manchetten van echte Brusselsche kant, zwarte zijden korte broek
dito kousen, schoenen met blinkende stalen gespen, en een degen met
stalen gevest op zijde en een steek op het hoofd. Dan maakte Papa een
schitterend figuur, maar in zijn studeer kamer genoot hij van zijn mole
naarspak, waarvan de linkerborst bruin was geworden van de snuif. Later
heeft hij dat verwisseld voor een chambercloak, waarin hij door
Schwartze is geschilderd.
Papa had op zijn zilveren bruiloft van mama een bureau ministre
cadeau gekregen - waaraan ik nu gezeten ben - maar ofschoon dit
bureau altijd vol lag met boeken en papieren schreef hij bij voorkeur aan
een speeltafeltje, dat altijd wiegelde omdat de pooten niet even lang
waren. Ook dat tafeltje lag vol, maar Papa kon overal den weg vinden
behalve als de werkmeid den boêl quasi had opgeruimd want o wee! dan
was hij diep ongelukkig! Ik heb die slordigheid van hem overgeërfd. -
Papa had natuurlijk een groote correspondentie, die hij dadelijk beant
woordde. Hij schreef eerst de adressen en daarna zonder ratures7» de ant
woorden waarmede hij in een ongeloofelijk korten tijd klaar was. Dan
had hij zijn werk als Rijksadvokaat, moest pleiten te Amsterdam, Alk
maar en Hoorn en het is iedereen altijd een raadsel geweest hoe hij den
tijd heeft kunnen vinden om zijn boeken te schrijven talrijke vergaderin
gen bij te wonen en bezoeken te ontvangen. De Vrijmetselarij waarbij hij
Regeerend meester van de Loge Willem Fredrik en Groot redenaar van
het Groot Oosten was72» nam hem heel veel tijd in beslag en 's morgens
stroomde het van bezoekers van alle standen, die nooit ongetroost weg
gingen. In 1848 bezochten hem Duitsche en Oostenrijksche vluchtelin
gen, meestal Vrijmetselaars die na op de baricades gevochten te hebben
bij Papa hulp en troost kwamen zoeken en ook vaak vonden. Eens werd
hij bezocht door een duitsche phrenoloog die Papa's schedel wilde
meten. Het bleek dat die nog grooter afmeting had dan die van Schiller
hetgeen hem niet onaangenaam was. Acteurs en Actrices, die al of niet in
zijn tooneel stukken speelden kwamen om raad vragen of les in het actee-
ren nemen en als men daarbij rekent dat hij al zijn werken zelf over
schreef, alvorens ze aan den drukker te zenden en 's avonds zelden werk
te dan vraag ik mij af wanneer hij alles wat hij naliet geschreven heeft.
Papa ging 's avonds nooit vóór 12 uur naar bed en als ik tegen dien tijd
te huis kwam vond ik hem in de huiskamer aan het schaakbord, tegen
zijn eigen spelende. Hij speelde heel goed, zonder bepaald een phoenix
te zijn, maar dat was hij in zooveel andere opzichten.
Papa ging geregeld de Donderdag avonden naar het Instituut771», later
Haerlem Jaarboek 2001