en het naturaliënkabinet van het nieuwe Teylers Museum. Tien jaar later
nam hij ook nog de functie van secretaris over van de intussen overleden
Van der Aa, die 41 jaren secretaris was geweest. Door deze combinatie
van functies werd het natuurwetenschappelijk karakter van de Maat
schappij versterkt.
Van Marum was actief in de bestudering van physica en chemie, pale
ontologie en anatomie, maar was ook praktisch bezig. Hij schreef over
beveiliging tegen blikseminslag, het behandelen van schijndode drenke
lingen, de ventilatie in grote gebouwen en schepen en heeft zelfs een
draagbare brandspuit uitgevonden. Evenals de andere secretarissen was
hij de motor achter de Maatschappij en ontplooide hij tal van initiatie
ven. Zijn verzamelde werken zijn later door de Maatschappij uitgegeven.
Ook na hem was de Maatschappij voor zijn positie sterk afhankelijk
van de kracht en initiatieven van zijn secretaris, die meestal zijn stempel
op het karakter der Maatschappij drukte. Door het Kabinet der
Naturaliën waren nogal wat secretarissen bekend met paleontologie en
geologie. Sinds Van Breda traden ook chemici en beoefenaren van de
andere wetenschappen als secretaris aan. In 1988 werd het secretariaat
gesplitst.
De secretarissen van de Hollandsche Maatschappij
der Wetenschappen
C.C.H. van der Aa 1752-1793
dr. M. van Marum 1794-1837
dr. J.G.S. van Breda 1838-1864
dr. E.H. von Baumhauer 1864-1885
dr. J. Bosscha 1885-1909
dr. J.P. Lotsy 1909-1919
dr. H.A. Lorentz 1920-1928
dr. A.F. Holleman 1928-1939
dr. J.A. Bierens de Haan 1939-1958
dr. ir. R.J. Forbes 1958-1969
dr. A. Quispel 1969-1988
dr. D.M. Schenkeveld 1986-heden
secretaris geestes- en maatschappijwetenschappen
dr. A.A. Verrijn Stuart 1988-heden
secretaris natuurwetenschappen
Haerlem Jaarboek 2001