Zelfs de vouwbril van Johannes m Enschedé en de bij
passende brillenkoker van roggehuid zijn bewaard
gebleven, (coll. Museum Enschedé)
heid van den Roomschen Stoel, betreffende de invoering van de r.k.
bisschoppelijke hiërarchie, het protestantsch gemoed zoo hevig werd
geschokt, dat tot het aftreden van dit ministerie moest worden beslo
ten; - eene nieuwe Tweede Kamer werd verkozen, en de heer Van
Hall werd beschouwd als de meest bevoegde Staatsman, om het roer
van de Staat in handen te nemen. Na 1848 hadden de bedaarde
Nederlandsche Staatslieden het reeds menigwerf betreurd, dat het
verwezelijken van de zoo goede bedoelingen van de Tweede Kamer
van dat jaar zoo jammerlijk was verijdeld. Toen heeft zich de moge
lijkheid voorgedaan, om indien men dit ernstig had gewild, te herstel
len hetgeen vier jaren te voren was bedorven, doch ook toen is dit
verzuimd, en zijn de democratische verordeningen, voor welke de
menigte, blijkens hare onverschilligheid, zoo weinig sijmpathie
gevoelt, en in den regel de intrigant zijn voordeel doet, in stand
gebleven. '6?>
Een leven lang burger
'Bij het einde onzer aanteekeningen vragen wij ons onwillekeurig af, hoe
het mogelijk is, dat zoveel door één man kon worden verrigt en tot stand
gebragt? Inderdaad, zoo ooit mag gesproken worden van een wél vol-
bragt leven, dan is zulks van het leven van Mr. Joh. Enschedé,' zo schreef
zijn neef Adriaan Justus in zijn biografische levensschets na zijn dood.68»
Burgerschap en burgerzin vormen de rode draad in dit lange leven,
—100—
Haerlem Jaarboek 2002