geene zodanige hatelijke distinctie competeerd die hen zoude doen gelijk staan met de Senatoren en Patricien der Italiaansche en andere Aristocra tische Staatsbesturen.' 4. Frans Willem Lantink, 'Stadtbürgertum und neue Bürgerlichkeit. Die stadtische Elite Haarlems und der Aufstieg der Familie Enschedé 1750-1850', in: Anja Victorine Hartmann e.a., Eliten um 1800: Erfahrungshorizonte, Verhaltensweisen, Handlungsmöglichkeiten, Veröffentlichungen des Instituts für Europaische Geschichte, 183, Historische Beitrage zur Elitenforschung, 1, Mainz 2000, p. 117-135. 5. Lantink, 'Stadtbürgertum und neue Bürgerlichkeit', p. 126 e.v. 6. Zie J.J. Temminck, 'De oudste democratie van Nederland?', in: Jaarboek Haerlem, 1987, p. 24-40. 7. ohc, 6-8-1787, 8-8-1787. 8. avk, gah, Gemeentebestuur 1813-1957, Ingekomen stukken 1865,1247, Brief van Adriaan Justus Enschedé aan Burgemeester en Wethouders (18-1-1865): 'Bij dezen heb ik de eer ter Uwer kennis te brengen, dat ik van Mr. Joh. Enschedé alhier, voor het gemeente Archief ten geschenke heb ontvangen, de Registers en verdere papieren van het vroegere Haarlemsche vrijcorps Pro Aris et Focis, hetgeen eene belangrijke bijdrage uitmaakt voor de geschiede nis der stad Haarlem van 1773-1787.' 9. Tot de recente definitieve registratie en invoering in het familie- (fam) of het historisch bedrijfsarchief (hba) in het Museum Enschedé zaten de papieren van Johannes in nog in de originele omslagen, waarin zijn zoon Johannes iv na zijn dood de nalatenschap had verpakt. 10. Cf. Remieg Aerts, Henk te Velde, red., De stijl van de burger. Over Nederlandse burgerlijke cultuur vanaf de middeleeuwen, Kampen 1998, P.B.M. Blaas, De burgerlijke eeuw. Over eeuwwenden, liberale burgerij en geschiedschrijving, Hilversum 2000. 11. fam 67, Autobiografische schets Johannes 111,1815. 12. Met de zaal is hier zeker de huidige Gravenzaal van het stadhuis bedoeld. 13. Zie voor een definitie van dit nieuwe burgerbegrip: J. Kloek, W. Mijnhardt, 1800: Blauwdrukken voor een samenleving, Den Haag 2001. 14. Zie voor een door Johannes in in zijn autobiografische schets genoemde medeleerling, Lubbertus Rietberg (1783-1826) uit Zwolle die na Beverwijk naar de Groningse universiteit ging: J.C. Streng, Het is thans zeer briljant. Aspecten van het Zwolse culturele leven tijdens de overgang van het ancien régime naar moderne tijd, Hilversum 1999, p. 29-34. 15. fam 51, Stukken betreffende het gezelschap Tandem Fit Surculus Arbor. 16. Bedoeld moet hier zijn de broer van zijn vader, Abraham Enschedé (1760- 1820), beheerder van de lettergieterij. 17. fam 67, Autobiografische schets Johannes 111,1815. 18. Zie Lantink, 'Stadtbürgertum und neue Bürgerlichkeit', p. 126 e.v. 19. Een van de vroegste afbeeldingen van Johannes ui is het schilderij van Wij- brand Hendriks waar hij als kind samen met zijn ouders in een huiskamer is afgebeeld met op de achtergrond het portret van Coster, de legendarische Haerlem Jaarboek 2002

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 104