Plattegrond van de verbouwde school aan de Gedempte Voldersgracht, 1918. (avk, Gemeentearchief Haarlem) staande soldaten, 'doch daarin te huisvesten gezinnen uit de benedenste lagen der maatschappij met veel kleine kinderen, weinig en gebrekkig huisraad, roept een toestand in het leven die zeer bedenkelijk en beslist af te keuren is'. Orde en reinheid ontbraken er geheel. 'Alleen door eene geheele brigade wijkverpleegsters dag en nacht in dienst te stellen zoude men misschien er in kunnen slagen een toestand te verkrijgen welke geen bepaald gevaar voor de volksgezondheid oplevert.' De gemeente had, kortweg, een nieuw sociaal probleem weten te creëren of op zijn minst aan de oppervlakte gebracht. Toch waren het niet alleen 'bewoners die het wonen nog moesten leren', die huisvesting vonden in de school. Ook geschoolde arbeiders en enkele politieagenten vonden er onderdak. SDAP'er Reinalda verzette zich in de gemeenteraad dan ook tegen de kwa lificatie 'maatschappelijke drenkelingen'. De school zat al gauw vol. Op 19 maart 1918 werd de laatste eenheid vergeven. Een maand later besloot de gemeente houten barakken neer te zetten op het schoolplein en om een militaire fietsenstalling, gevestigd in een noodschool aan de Pap entoren vest te gaan verbouwen. De barakken kwamen er, het plan met de noodschool ging niet door. Het Rijk stak daar een stokje voor. Overal in het land zochten gemeenten naar oplos- GEDEMPTE V O LDERSOPIAOH T THEO KENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 109