dag al werd de bewoners de wacht aangezegd. Ze legden contact met wethouder Slingenberg en die beloofde een oplossing. Maar waar bestond die oplossing uit? 'Huisvesting bij het Leger des Heils en andere ongure gelegenheden, onder andere ook in een barak aan het Papentorenvest', de voormalige hulpschool, waar nu lijders aan besmettelijke ziektes waren opgenomen. De niet zieke nieuwkomers moesten zich onderwerpen aan het strenge reglement daar. Eén man wei gerde het verplichte bad te nemen: 'Ik ben wel zonder huis, maar ik heb geen besmettelijke ziekte.' Daarop werd hij, aldus Peper, door de politie weggesleurd. Toen kwam de burgemeester, die de daklozen vertelde, dat -m- ze waarschijnlijk snel vervangende woonruimte zouden krijgen. Om dat 'waarschijnlijk' was het punt in de gemeenteraad aan de orde gesteld. Slingenberg ontkende de gang van zaken niet, maar wees op de pogin gen die de gemeente had ondernomen om de gezinnen te helpen. Het waren mensen die nauwelijks contact met de gemeente Haarlem hadden, behalve dan, dat zij ingezetenen der gemeente waren. Hij had persoon lijk drie gezinnen bij het logement Volksbelang ondergebracht, twee of drie in ruimten van het levensmiddelenbureau en vier gezinnen ten einde raad bij het Leger des Heils. Dat had soepele toepassing der regels beloofd. Mannen en vrouwen mochten bij elkaar blijven en de nachtleg gers zouden zindelijk gemaakt worden. Maar de mensen vonden het Leger beneden hun waardigheid. Daarom bleef er niets over dan de zie kenbarak, waar men zich wel strikt aan de regels diende te houden gezien de aard van de inrichting. De wethouder was echter nog steeds op zoek naar een geschiktere plaats. Niet in staat tot samenwonen De bewoners van de school en de noodwoningen werden aanvankelijk gezien als slachtoffers van de slechte woningmarkt. Wanbetalers werden in principe niet toegelaten. Maar al gauw kwamen er signalen, dat hun woongedrag een probleem was. We zagen al, dat inspecteur Wentink direct na de oplevering van de school zijn bevindingen en angsten had gemeld. Niet veel later moest de gemeente vaststellen dat veel schoolbe- woners de huurpenningen niet betaalden. Dat was het gevolg van ziekte of werkloosheid, constateerde het bwtz, dat als huisbaas optrad, maar soms ook ging het om onwil. Wat te denken van huurder R., bijvoorbeeld, die wegens wanbetaling van het gas was afgesloten. Hij wist deze ingreep illegaal te omzeilen met een rubberen slang, die hij iedere dag weer aansloot en weghaalde. De hele school had daar last van: bij deze handelingen viel bij iedereen de gas- THEO KENTIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2002 | | pagina 113