Zittend derde van links de woninginspectrice Juffrouw Hoos. (coll. Frans
Tames)
'Het was een spion,' vertelde een andere bewoonster, 'als ze dacht dat
een gezin niet deugde... of niet goed voor de koters was, dan hup, dan
nam ze ze mee, en stopte ze in het kindertehuis.' Volgens een andere
bewoner deed niet Hoos dat, maar de maatschappelijk werksters.
Mevrouw A. herinnerde zich, hoe ze in de wijk 'promotie' maakte: '...en
toen zei zij (Hoos) tegen me: ik heb een huisje voor u. U moet daar weg
(uit de Wichersstraat). Ik zei: ik wil die kant op (richting Oude Weg).
Nee, zei ze, we gaan die kant op (de Luzacstraat).' De Wichersstraat was
volgens mevrouw A. 'een zooitje een grote hoerenbende en een zuip-
zooitje. Ze zopen daar als een ketter en da's niks voor mij.'
Maar ook de maatschappelijk werksters vond men bemoeizuchtig en
onbetrouwbaar:
'Had je eens problemen met je vrouw, en je wilde het wel eens uit
praten met zo'n maatschappelijk of sociaal werkster, wist vijf minu
ten later de reclassering dat. Dat gaven ze gelijk door aan de reclas
sering. Dus het was geen vertrouwenskwestie meer. Zodoende heb ik
hele huishoudens uit elkaar zien scheuren: dat de kinderen uit de
huizen werden gesleurd, en die werden dan geplaatst in inrichtingen
of later bij andere mensen.'
THEO KENTIE