Juffrouw Vinkenburg houdt een toespraak in juni 1958
in Pulchri Studio te Den Haag ter gelegenheid van het
50-jarig bestaan van de Centrale Vereniging voor
Openbare Leeszalen en Bibliotheken, (coll. Archief
NBLC)
'Ik maak me sterk dat het wel iets zou helpen, wanneer het publiek
op de hoogte kwam van de concrete moeilijkheden, zowel van lees
zalen als personeel. (Algemeenheden spreken niet aan). Wanneer het
naast de moeilijkheden der eerste, die U nog beter bekend zijn dan
mij, te horen kreeg, dat jonge assistenten zich niet de "luxe" kunnen
veroorloven in pension te gaan, en na een vermoeiende dagtaak hun
eigen huishoudentje nog moeten doen, en tijd te kort komen voor
noodzakelijke lectuur. Dat ze vaak slecht gevoed zijn. Dat leeszaalas
sistenten thuis om ondersteuning moeten vragen teneinde maande
lijks een weekend naar huis te gaan. Dat ze een noodzakelijke nieu
we wintermantel niet kunnen aanschaffen. Dat ze tegen geen enkel
stootje, zoals ziekte kunnen: want als behandeling en medicijnen
duur worden, keert het ziekenfonds niets uit. Dat er assistenten
zijn die op het laatst van een koude maand zonder kolen zitten.'
MAARTEN BROCK