tafel, bieden gelegenheid voor speciale activiteiten. Vooral de boe
kenkastjes oefenen een grote aantrekkingskracht uit, en leveren het
sprekend bewijs dat oranje een actieve kleur is. Op de donkerblauwe
bankjes komen de lezertjes dan weer tot rust.'
De dan 14-jarige Marian Willemse uit Haarlem wordt in De openbare
bibliotheek geciteerd in een artikel van Vinkenburg over de betekenis van
de leeszaal:
-170- 'De leeszaal, dit woord is voor mij een begrip geworden. Ik kwam er
toen ik 7 jaar was en nu ik 14 ben ga ik er nog met evenveel plezier
heen. Vooral de leesuren hebben m'n bijzondere sympathie. En niet
alleen ontspanningsboeken, maar m'n hobby is, Landen en Volken,
Geschiedenis, Kunsthistorie. Ook van het bibliotheekdiploma, dat ik
twee jaar geleden haalde, heb ik veel plezier. Dit was een cursus
waarbij je o.a. een oordeel over een boek leerde vormen, en catalogi
en naslagwerken gebruiken. De kath. jeugdleeszaal is nu helemaal
gemoderniseerd, waardoor het geheel nog gezelliger is geworden. Er
is ook voorlezen voor kinderen van ca. 4 tot 12 jaar. Ik kan me nog
goed herinneren hoe fijn ik het vond als men mij vroeger een verhaal
voorlas. Dit is te begrijpen, als U weet dat ik zelf leeszaalassistente
wil worden. Kortom de leeszaal is voor mij de prettigste vrijetijdsbe
steding.'
Een filiaal in Haarlem-Noord
In 1955 is er voor het eerst sprake van mogelijke samenwerking tussen de
r.k. Openbare Leeszaal en Bibliotheek en de Stadsbibliotheek. Het idee
om gezamenlijk een filiaal in Haarlem-Noord te exploiteren, zou geboren
zijn in een gesprek tussen Godfried Bomans en dr. J.G. Dijkman, beiden
lid van de Commissie van Toezicht van de Stadsbibliotheek.
In Heemstede bestond een dergelijke samenwerking al sinds 1948. De
gemeentelijke Openbare Leeszaal en Bibliotheek en de r.k. Openbare
Leeszaal en Bibliotheek vestigden zich daar in één gebouw, maar wel met
een strikt gescheiden algemene en katholieke afdeling. Een dergelijke
situatie is in die dagen zo uitzonderlijk, dat de gemeente Heemstede in
1948 van de Centrale Vereniging de Bibliotheekprijs, groot 500 gulden,
krijgt.
Pas in 1958 verschijnt er in Haarlem een rapport over samenwerking
tussen de twee bibliotheken, in het bijzonder ten behoeve van de stich
ting van een filiaal in Haarlem-Noord. Men gaat ervan uit dat de gemeen-
Haerlem Jaarboek 2002