zogenaamde kanjerregeling en een gift van een particuliere schenkster
maakten samen met de gemeentelijke bijdrage deze indrukwekkende res
tauratie mogelijk. Tevens verscheen een fraai boek over de geschiedenis
en restauratie van de toren, De toren van de Grote of Sint-Bavokerk.
Maar niet alleen de stad was in beweging. Binnen het gemeentelijk en
ambtelijk apparaat vonden ook de nodige veranderingen plaats. Er kwam
een nieuw college en Mimi Rietdijk nam als wethouder monumentenzorg
het roer over van Jan Haverkort. Een opmerkelijk feit was dat de Schoon
heidscommissie en de Monumentencommissie geïntegreerd werden. Bouw
plannen worden nu gelijktijdig op welstand en monumentale waarden -185-
getoetst. De integratie was tevens het moment dat veel commissieleden
na jarenlange inzet afscheid namen en nieuwe leden aantraden, waaron
der een nieuwe voorzitter. Binnen het bureau monumentenzorg van de
afdeling Bouwkunde, Monumentenzorg en Archeologie veranderde ook
het nodige. Fons Kruijer, voor velen een bekend gezicht in Haarlem, nam
na ruim tien jaar als bureauhoofd monumentenzorg te hebben gewerkt,
afscheid van de gemeente en de stad. Ikzelf, Anke Rietdijk (geen familie
van de wethouder) mocht deze taak van hem overnemen.
Het landelijk monumentenbeleid werd ook op de schop genomen.
Oud-staatssecretaris Rick van der Ploeg zorgde voor een nieuwe finan
ciële regeling voor restauratie en onderhoud van monumenten. Eige
naren van Rijks woonhuismonumenten hoeven voortaan niet meer bij de
gemeente aan te kloppen voor subsidie, maar kunnen nu rechtstreeks
terecht bij het Nationaal Restauratie Fonds voor een laagrentende lening.
Voor particulieren, die gebruik kunnen maken van fiscale aftrekbaarheid
een prima regeling. Helaas kunnen kerkbesturen, stichtingen en ook de
gemeente zelf geen gebruik maken van deze nieuwe instandhoudingsre
geling. Voor een aantal grote monumenten in de stad, zoals de Kathe
drale Basiliek aan de Leidse Vaart, de Haarlemse Schouwburg of de
voormalige Huishoudschool aan de Voorhelmstraat is dit een zorgwek
kende situatie. Wethouder Rietdijk heeft al verschillende keren haar zorg
geuit met betrekking tot het onderhoud en restauratie van deze monu
menten.
Al deze ontwikkelingen, of het nu gaat om aangepast landelijk of
lokaal beleid vragen een actieve houding van de gemeente. Waar moeten
bakens verzet worden? Of welke maatregelen moeten genomen worden
om het historisch erfgoed van Haarlem zo goed mogelijk te behouden
voor de toekomst? Voor het bureau monumentenzorg een reden om die
ontwikkelingen en de consequenties die dit heeft voor de stad in kaart te
brengen. Een proces dat om een interactieve en brede aanpak vraagt en
waar ook de Haarlemmers hun zegje over moeten kunnen doen. In 2003
MONUMENTENZORG