raamluiken en voorzetramen aan de binnenzijde. De gevel werd hersteld
en waar nodig het metselwerk ingeboet. De vergaderkamer zelf onder
ging een metamorfose. Verlichting en verwarming werden vernieuwd en
het meubilair geheel opnieuw ontworpen. De schilder maakte alles tot
slot tot in de puntjes af.
kleverlaan ongenummerd (Algemene Begraafplaats, rijksmonument,
herstel brug)
De Algemene Begraafplaats aan de Kleverlaan werd in 1832 in gebruik -187-
genomen. Uitbreidingen vonden plaats in 1887 (L.P. Zocher) en 1916 (L.A.
Springer). Het ontwerp voor het oudste gedeelte is van J.D. Zocher jr. en
dateert uit 1828. Kenmerkende elementen zijn grillige waterpartijen, slin
gerpaden en niveauverschillen. Tot de uitbreiding in 1887 werd de noor
delijke begrenzing van de begraafplaats gevormd door de loop van het
Spaansch Vaartje. Met de uitbreiding aan de noordzijde werd dit water
tje op 'natuurlijke' wijze in de landschappelijke uitbreiding naar ontwerp
van L.P. Zocher opgenomen met een brug als verbindende schakel. De
Haarlemse stadsarchitect Jaques Leijh leverde het ontwerp voor een
zogenaamde rusticabrug, een romantisch vormgegeven brug van deels
gietijzer en deels getrokken ijzer. Aanvankelijk diende Leijh een ontwerp
in waarin de zijkanten van de brug voorzien waren van een houten be
timmering van, vermoedelijk, halve boomstammetjes van echt hout.
Daarin was een halfcircelvormige uitsparing om het water van het
Spaansch Vaartje vrije doorgang te bieden. De Commissie van Fabricage
adviseerde het college van B en w echter van dat onderdeel af te zien.
Leijh paste vervolgens zijn ontwerp aan, hetgeen resulteerde in de brug
zoals we die nu nog kennen.
Het bestek voor de uitbreiding van de begraafplaats is bewaard geble
ven en daarin staat een uitvoerige omschrijving van de materialen die in
de brug verwerkt werden. De zogenaamde vaste plaatbrug is geheel van
gegoten en getrokken ijzer met een houten brugdek en staat ondergronds
gefundeerd op jukken van eikenhout. Het brugdek, bestaande uit houten
dekdelen en tweemaal behandeld met zogenaamd Stokholmer teer, was
aangebracht op ijzeren getrokken liggers. Tussen het hout en de ijzeren
liggers werd asfaltpapier aangebracht. Tot slot werd het brugdek nog een
keer met Stokholmer teer behandeld. Het brugdek is op zeeg, dat wil zeg
gen dat de brug in het midden hoger is en naar beide kanten licht afloopt.
De brugleuningen en de kolommen onder de brug zijn vervaardigd van
gietijzer. Zij zijn gegoten in de vorm van boomstammen met aangegoten
vertakkingen, karbeels, flenzen en randen, zoals in het bestek te lezen is.
MONUMENTENZORG