was een voorkamer met haard, bedstede en kasten en een achterkamer
met haard en kasten. Boven het geheel was een vliering. Achter het huis
was een plaats met een regenbak. Het was de gebruikelijke indeling voor
een eenvoudig woonhuis uit die tijd.
Op de veiling werd het huis gekocht door Willem Bosch. Na zijn dood
komt het huis in handen van zijn broer, Pieter Vos. Hij is een vermogend
man en na zijn overlijden zijn er twaalf huizen te verdelen. De drie doch
ters van Willem Bosch erven het vermogen van oom Pieter. Burgwal 56
vervalt aan Maria Bos. Haar man is timmerman en zij wonen in de
Nobelstraat. Het huis blijft veertien jaar in haar bezit en werd waar- -191-
schijnlijk verhuurd. Uiteindelijk wordt het verkocht in 1849 aan Pieter
Saakes, goud- en zilversmid. Ook hij verhuurt het huis, want hij woont
en werkt in de Barteljorisstraat. Vanaf dat moment wisselt het huis met
een zekere regelmaat van eigenaar, die er geen van allen gaan wonen.
Vanaf 1920 is dat anders. Dan is J.N. Bulters, koopman in boter en kaas,
de bezitter. Vermoedelijk heeft hij de pui enigszins gewijzigd ten behoe
ve van zijn winkel. Na zijn overlijden verkopen zijn erfgenamen het huis
in 1931. Het wordt dan in de verkoopakte aangeduid als een winkelhuis.
Vervolgens wordt het huis nog een aantal keren verkocht. Alle eigenaren
uit die periode hebben het beroep van koopman, meestal groentehande
laar. Waarschijnlijk was de winkelruimte dus als groentewinkel in
gebruik. Vanaf circa 1940 woont hier A.R. Smit. Hij staat geregistreerd als
los werkman. Maar als hij het huis in 1974 kan kopen is hij groentehan
delaar van beroep. Hij verkoopt uiteindelijk het huis in 1997. De huidige
eigenaren vatten het plan op om het huis de oude luister terug te geven
na ruim vierhonderd jaar intensief gebruik.
Dat gebruik was het huis inmiddels wel aan te zien. De voorgevel was
redelijk versleten en verbouwd, de kap gewijzigd, het interieur talloze
malen aangepast. In de loop van de tijd was het huis met een achterhuis
uitgebreid. De kap was in de jaren zeventig ernstig door brand aangetast,
waarna slechts noodvoorzieningen waren getroffen. Vocht had daarna
vrij spel in het huis met alle gevolgen voor de houtconstructie. Kortom er
moest veel gebeuren.
Braaksma Roos Architecten b.v. te Bloemendaal stelden een res
tauratieplan op, dat voorzag in een volledig technisch herstel van het
casco, de indeling en het dak. De bijzondere ruimtelijke karakteristiek
van het smalle zeventiende-eeuwse pandje in de straatwand rechtvaar
digde de reconstructie van de steile kap met de trapgevel. De kozijnen
van de verdiepingen bleken restanten van eiken kruiskozijnen. Recon
structie daarvan ontmoette geen bezwaar, maar aanvankelijk wel de
indeling ervan en de toevoeging van luiken. Het aanwezige historische
MONUMENTENZORG